Bezig
AdjectiveAttributive Forms
💡Als je zegt 'de bezige bij', of 'een bezige student', gebruik je 'bezige' vóór het zelfstandig naamwoord.
- With Definite Article
- de bezige
- "De bezige bij maakt altijd zijn huiswerk."
- With Indefinite Article
- een bezige
- "Een bezige student leert veel."
- Without Article
- bezig
- "Ze zijn druk bezig met het project."
Predicative Form
💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'bezig': Hij is bezig met zijn studie.
Comparative
💡Voor de vergrotende trap gebruik je 'bezigere': Hij is drukker bezigere dan zijn vrienden.
- Base Form
- bezigere
- "Hij is bezigere dan zijn broer."
- With "dan"
- bezigere
- "Zij is drukker bezigere dan zij."
Superlative
💡In de overtreffende trap gebruik je 'bezigst': Zij is de bezigst met haar werk.
- Attributive
- de bezigste
- "Dat is de bezigste persoon die ik ken."
- Predicative
- bezigst
- "Hij is de bezigst van de groep."
Important Notes
- usage:'Bezig' wordt vaak gebruikt om aan te geven dat iemand actief is met iets.
- spelling:'Bezig' verandert in 'bezigere' en 'bezigst' in de vergrotende en overtreffende trap.