Binnen

Preposition
1
Compound
Present Tense
Declarative
Complex
Future Tense
Context & Scenario
Synonym
Simple
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Een vrolijke cartoonfiguur die een gezellig huis binnenkomt tijdens een flinke regenbui, met de nadruk op het schudden van een paraplu bij de ingang
Vrolijke cartoonfiguur in gezellig huis bij regenbui
Een vrolijke cartoonfiguur die een gezellig huis binnenkomt tijdens een flinke regenbui, met de nadruk op het schudden van een paraplu bij de ingang
2
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Simple
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Een drukke stadsscène met reizigers die haastig naar een trein rennen, geïnspireerd door de stijl van Frans Hals.
Drukke stadsleven: Haastige reizigers op treinstation
Een drukke stadsscène met reizigers die haastig naar een trein rennen, geïnspireerd door de stijl van Frans Hals.
3
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Simple
Past Tense
Interrogative
Compound
Future Tense
Imperative
Abstracte weergave van de binnenkant van een jas met een kleurrijke voering en speelse patronen
Vibrante binnenkant van een jas met kleurrijke voering
Abstracte weergave van de binnenkant van een jas met een kleurrijke voering en speelse patronen
4
Simple
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Complex
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Vrienden genieten van een winterdag op de schaatsbaan, warm gekleed, met een achtergrond van een sneeuwbedekt stadje.
Vriendschap op de schaatsbaan in de winter
Vrienden genieten van een winterdag op de schaatsbaan, warm gekleed, met een achtergrond van een sneeuwbedekt stadje.