Binnen
Adverbin de ruimte van iets, in een afgesloten gebied
(iemand gaat binnen in een gebouw)
Kom gerust binnen, de deur is open.
De kinderen spelen binnen als het regent.
- Compound
Ik ga naar binnen, maar jij blijft buiten.
- Past Tense
Gisteren zaten we binnen tijdens de storm.
- Future Tense
Morgen zullen we binnen blijven als het regent.
- Imperative
Kom binnen en maak het je gemakkelijk!
- Context & Scenario
Ik zit binnen met een kop koffie.
- Context & Scenario
Ze vieren hun verjaardag binnen bij vrienden.
- Related Word
In het gebouw is er voldoende ruimte voor iedereen.
- Simple
Ik ga naar binnen.
- Present Tense
We zitten binnen in de woonkamer.
- Declarative
De lichten zijn vroeg binnen gedimd.
- Interrogative
Is iedereen binnen voor het feest?
- Context & Scenario
We hebben een vergadering binnen het kantoor.
- Synonym
De ruimte is goed verlicht.
- Idiomatic
Zij voelt zich binnen het team erg op haar gemak.
- Complex
Als het sneeuwt, blijf ik binnen.
tegen een bepaalde tijd, tijdsduur
(iets moet binnen een bepaalde tijd gebeuren)
Je moet het rapport binnen een week inleveren.
De klantenservice is binnen 24 uur bereikbaar.
- Simple
Ik heb twee uur om dit project af te ronden.
- Past Tense
Hij voltooide de training binnen zes weken.
- Interrogative
Wanneer moet je het verslag inleveren?
- Complex
Als je je huiswerk op tijd afmaakt, heb je meer vrije tijd later.
- Present Tense
Zij werkt altijd tegen de klok om haar deadlines te halen.
- Declarative
Het project moet vandaag af zijn.
- Context & Scenario
Ik moet de was binnen een uur doen voordat ik ga werken.
- Compound
Ik moet het verslag vanavond inleveren, en het moet naar de juiste persoon worden gestuurd.
- Future Tense
Je zult het examen voor het einde van de maand moeten maken.
- Imperative
Lever het rapport op tijd in!
aan de binnenkant van iets; in de binnenkant van iets
(een object heeft een binnenkant)
Het binnen van de doos was leeg.
Kijk, daar hangt een foto aan de binnenkant van de kast.
- Complex
De binnenkant van het huis, dat onlangs is gerenoveerd, ziet er prachtig uit.
- Present Tense
Ik kijk altijd naar de binnenkant van de doos voordat ik iets koop.
- Interrogative
Wat zit er aan de binnenkant van die mysterieuze doos?
- Context & Scenario
Bij school leren we over de binnenkant van de aarde.
- Related Word
In het interieur van het huis is de binnenkant belangrijk voor comfort.
- Compound
De binnenkant van het boek is bedrukt, maar de buitenkant is eenvoudig.
- Past Tense
Ze opende de kast en ontdekte dat de binnenkant vol met oude schoenen was.
- Imperative
Kijk altijd goed naar de binnenkant voor je het koopt!
- Context & Scenario
Op het feestje hielp ik met het inpakken van de cadeau's, en ik zorgde ervoor dat er een mooi lint aan de binnenkant zat.
- Idiomatic
Hetzij binnen, hetzij buiten, we moeten de binnenkant goed onderhouden.
- Simple
De binnenkant van de tas is gevoerd met een zachte stof.
- Future Tense
Morgen zal ik de binnenkant van de auto schoonmaken.
- Declarative
De binnenkant van de muur is geïsoleerd.
- Context & Scenario
In de binnenkant van mijn nieuwe jas vond ik een verborgen zak.
- Synonym
De binnenruimte, waar de meubels stonden, was erg gezellig.