Binnen

Adverb

←→

💡'Binnen' kan tijd of plek aangeven. Gebruik het om aan te geven wanneer iets gebeurt of waar iets is.

binnen

"Ik ben binnen tien minuten terug."

begin van de zin
"Binnen een uur moet je hier zijn."
Benadrukt de tijdsdruk.
midden van de zin
"Hij kwam binnen en begon te praten."
Zet de actie van binnenkomen meer in de context.
eind van de zin
"Ze zal binnen zijn geweest."
Slechts een tijdsaanduiding.

binnenkort

"Hij komt binnenkort terug."

Binnenkort geeft aan dat iets in de nabije toekomst zal gebeuren.

binnenste

"Ze is mijn binnenste vriendin."

Gebruik voor relaties die heel dichtbij zijn.

with "tien minuten"
"Ik ben binnen tien minuten terug."
Geeft een specifieke tijdsduur aan waarin iets zal gebeuren.
with "een uur"
"Je moet binnen een uur komen."
Geeft een deadline aan.
with "huis"
"Zij is al binnen de deur."
Geeft aan dat iemand al in een bepaalde ruimte is.

voor
"Je moet hier voor vijf uur zijn."
Gebruik 'voor' voor een deadline zonder tijdsdruk.
te binnen
"Deze gedachte komt me te binnen."
Netter/formeler, maar minder gebruikt in casual spraak.
in
"Ik ben in de kamer."
'In' kan ook ruimte en tijd aangeven, maar minder specifiek.

usage:'Binnen' wordt vaak gebruikt met tijdsuitdrukkingen zoals 'uren', 'dagen', 'weken'.
register:Informele gesprekken gebruiken 'binnen' vaker, terwijl formele woorden zoals 'voor' gebruikt worden in zakelijke communicatie.
position:Plaats 'binnen' voor de tijdsaanduiding voor meer nadruk.
irregular:'Binnen' heeft geen echte onregelmatige vormen, maar 'binnenkort' en 'binnenste' zijn specifieke afleidingen.