Blijken
VerbAuxiliary Verb
zijn
Werkwoord dat vaak in combinatie met een bijwoord of voorzetsel gebruikt wordt.
Het werkwoord 'blijken' duidt op het onthullen of bevestigen van iets.
Infinitief
Ik wil blijven leren.
Tegenwoordig deelwoord
De jongen is blijkend geïnteresseerd in de les.
De blijkende liefde van de ouders is belangrijk.
Verleden tijd
ik, hij, zij / ze, het
Het bleek een misverstand te zijn.
wij / we, jullie, zij / ze
Zij bleken de beste kandidaten te zijn.
Tegenwoordig deelwoord
Hij is blijkend enthousiast tijdens de presentatie.
Gebiedende wijs
jij / je, u
Blijk dankbaarheid voor hun hulp.
Blijkt dat de weg afgesloten is.
Aanvoegende wijs
Helaas, als ik maar blijke te winnen!
Voltooid deelwoord
Het is gebleken dat hij gelijk had.