Daar
Adverbeen specifieke plaats aanduidend, vaak verwijzend naar iets verder weg
(iets is daar te vinden)
De sleutels liggen daar op de tafel.
Kijk daar, dat is het nieuwe restaurant.
- Simple
Hij heeft zijn boek daar gelaten.
- Compound
Ik ben naar de plaats gegaan, maar de winkel was gesloten.
- Complex
De plaats die hij aanwijst, is de beste plek voor de picknick.
- Present Tense
De foto's hangen aan de muur op die plaats.
- Past Tense
Ze vonden de plant op die plaats in de tuin.
- Future Tense
Zij zal haar laptop op die plaats vergeten.
- Declarative
De bal is daar, onder de tafel.
- Imperative
Zoek de plaats waar we afspreken!
- Interrogative
Is die plaats gesloten voor renovatie?
- Context & Scenario
Ik zag die oude bakfiets daar staan.
daarom, als gevolg van eerder genoemde informatie
(een reden of gevolg aangeven)
Hij was ziek, daar kon hij niet komen.
Ze had de verkoudheid, daar moest ze nog eventjes thuisblijven.
- Simple
Het regent, daarom blijven we binnen.
- Present Tense
De zon schijnt, dus we gaan naar het park.
- Declarative
Ik studeer hard, daarom haal ik goede cijfers.
- Interrogative
Ze heeft haar examen niet gehaald, daarom moet ze het volgend jaar opnieuw doen.
- Context & Scenario
De vergadering was verplaatst, daarom kon hij niet op tijd komen.
- Related Word
De oorzaak van het probleem was onbekend, daardoor ontstonden er verwarringen.
- Compound
Ik heb geen tijd, en daarom zal ik niet komen.
- Past Tense
Gisteren was het koud, daarom bleven ze binnen.
- Imperative
Wees voorzichtig, daarom moet je niet te snel rijden.
- Context & Scenario
Het weer was slecht, daarom bleef de boot in de haven.
- Complex
Hij moest zijn afspraak verzetten, omdat hij een belangrijke meeting had, en daarom was hij te laat.
- Future Tense
Morgen zal het weer mooi zijn, daarom gaan we fietsen.
- Interrogative
Waarom kwam hij niet, was het daarom dat hij ziek was?
- Context & Scenario
De trein had vertraging, daarom kwam hij te laat op school.
- Synonym
De reden dat ze niet kwam, was de file.
- Idiomatic
Nu hij had gewerkt, kon hij, als gevolg daarvan, uitrusten en genieten.
toegepast in combinaties zoals 'daarna' of 'daarvoor' om tijd aan te duiden
(de volgorde van gebeurtenissen aangeven)
We hebben daarna een film gekeken.
Daarvoor hebben we samen geluncht.
- Compound
De les begint om tien uur, en we hebben daarna een pauze.
- Complex
De les, die om tien uur begint, is erg interessant.
- Simple
De les begint om tien uur.
- Present Tense
Ik heb veel tijd nodig om te studeren.
- Past Tense
Ik had geen tijd om te koken gisteren.
- Future Tense
Ik zal morgen geen tijd hebben om te sporten.
- Declarative
De vergadering begint om twee uur.
- Interrogative
Wanneer begint de vergadering?
- Imperative
Kom op tijd naar de afspraak!
- Context & Scenario
Ik moet op tijd naar huis gaan.