Dammen

Verb
1
Compound
Present Tense
Interrogative
Past Tense
Present Tense
Future Tense
Imperative
Future Tense
Past Tense
Interrogative
Declarative
Declarative
Complex
Future Tense
Declarative
Future Tense
Complex
Past Tense
Interrogative
Past Tense
Complex
Declarative
Present Tense
Imperative
Simple
Past Tense
Imperative
Present Tense
Declarative
Present Tense
Present Tense
Future Tense
Imperative
Interrogative
Present Tense
Twee spelers spelen dammen in een sfeervolle, slecht verlichte kamer met een houten tafel en kaarslicht
Intense Dammen Wedstrijd in Donkere Sfeer
Twee spelers spelen dammen in een sfeervolle, slecht verlichte kamer met een houten tafel en kaarslicht
2
Complex
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Simple
Future Tense
Imperative
Compound
Present Tense
Interrogative
Een gedetailleerd uitzicht op een grote dam die een rivier beschermt tegen overstromingen, omringd door groene natuur en met majestueuze wolken aan de lucht.
Pittoreske Dam tegen Overstromingen met Natuurlandschap
Een gedetailleerd uitzicht op een grote dam die een rivier beschermt tegen overstromingen, omringd door groene natuur en met majestueuze wolken aan de lucht.
3
Simple
Past Tense
Declarative
Simple
Present Tense
Declarative
Simple
Complex
Future Tense
Imperative
Compound
Present Tense
Interrogative
Complex
Past Tense
Interrogative
Complex
Present Tense
Declarative
Complex
Future Tense
Imperative
Compound
Future Tense
Imperative
Compound
Past Tense
Interrogative
Een schilderachtig landschap met een oude dam, omringd door groene bomen en een kalm reservoir, met vintage cottages op de voorgrond.
Idyllisch landschap met een historische dam
Een schilderachtig landschap met een oude dam, omringd door groene bomen en een kalm reservoir, met vintage cottages op de voorgrond.