Fiets

deCommon Noun

Singular Forms

💡Fiets is een zelfstandig naamwoord dat je gebruikt voor een vervoermiddel met twee wielen. Het is een de-woord.

Definite (de/het)
de fiets
"De fiets is groen."
Indefinite (een)
een fiets
"Ik heb een fiets."
Without Article
fiets
"Fiets is leuk."

Plural Forms

💡De meervoud van fiets is fietsen. Het wordt gebruikt om meer dan één fiets aan te duiden.

Definite (de)
de fietsen
"De fietsen staan buiten."
Without Article
een paar fietsen
"Er staan een paar fietsen in het park."

Diminutive Form

fietsje
"Het fietsje is heel klein."

De diminutief 'fietsje' toont schattigheid of kan verwijzen naar een kinderfiets.

informal

Common Compounds

  • fietsbel

    "Zorg dat je fietsbel werkt."

    bell for a bicycle

  • fietsride

    "We gaan morgen op een fietsride."

    bike ride

Common Word Combinations

  • op de fiets

    "Ik ga op de fiets naar school."

    Dit betekent dat je met de fiets ergens naartoe gaat.

  • met de fiets

    "Met de fiets is het sneller."

    Gebruik deze uitdrukking om aan te geven dat je iets met de fiets doet.

Important Notes

  • countability:Fiets is een telbaar zelfstandig naamwoord.
  • register:Informele en neutrale registers; 'fiets' wordt in gesproken en geschreven Nederlands veel gebruikt.
  • usage:Het woord 'fiets' komt vaak voor in uitdrukkingen en samenstellingen, zoals 'fietsenmaker', wat een persoon betekent die fietsen repareert.