Gaan
Verbzich verplaatsen van de ene naar de andere plaats
(iemand gaat naar het werk)
Ik ga morgen naar school met de fiets.
Zij gaan dit weekend naar de stad.
- Compound
Ik verplaats me met de trein, maar mijn vriendje rijdt met de auto.
- Future Tense
Morgen zal hij zich naar de speeltuin verplaatsen.
- Interrogative
Verplaatst zij zich vandaag naar de universiteit?
- Simple
Ik verplaats me elke ochtend van mijn huis naar mijn kantoor.
- Past Tense
Vorige week verplaatste ik me naar een nieuw kantoor.
- Imperative
Verplaats je niet zo snel!
- Complex
Wanneer ik in de stad ben, verplaats ik me vaak te voet omdat het druk is.
- Present Tense
Zij verplaatsen zich snel naar hun werk.
- Declarative
Hij verplaatst zich altijd op tijd naar zijn werk.
- Context & Scenario
Na het werk verplaats ik me vaak naar het park om te ontspannen.
beginnen met iets te doen
(iemand gaat iets ondernemen)
We gaan een film kijken vanavond.
Hij gaat een boek lezen in de tuin.
- Compound
Ik ga een project starten, en ik wil je daar bij hebben.
- Past Tense
Hij ondernam een reis naar Frankrijk vorig jaar.
- Interrogative
Ga jij ook iets ondernemen dit weekend?
- Complex
Als ik klaar ben met school, ga ik ondernemen wat ik echt leuk vind.
- Future Tense
Wij zullen beginnen met ondernemen zodra we de goedkeuring krijgen.
- Imperative
Begin met ondernemen, en maak je dromen waar!
- Context & Scenario
Ik ben van plan om iets nieuws te ondernemen tijdens mijn vakantie.
- Simple
Ik ga morgen beginnen met het ondernemen van een nieuwe hobby.
- Present Tense
Zij onderneemt elke zaterdag een lange fietstocht.
- Declarative
Je moet goed nadenken voordat je gaat ondernemen.
aangeven dat iets in een bepaalde richting of toestand verandert
(een situatie gaat veranderen)
De temperatuur gaat morgen stijgen.
De zaken gaan beter nu het economisch herstel begint.
- Complex
Wanneer de zon ondergaat, verandert het licht in de lucht.
- Present Tense
De kleuren van de bladeren veranderen in de herfst.
- Imperative
Verander je plannen niet zomaar!
- Context & Scenario
Op school leren we hoe het klimaat kan veranderen.
- Related Word
De transformatie van het gebouw duurde langer dan verwacht.
- Simple
Het weer verandert snel in Nederland.
- Past Tense
De situatie veranderde drastic na de vergadering.
- Interrogative
Hoe kan de kwaliteit van de lucht veranderen?
- Context & Scenario
Laten we de inrichting van het kantoor veranderen.
- Synonym
De nieuwe strategie is om alles te transformeren, dat is een grote verandering.
- Compound
De situatie verandert, maar de mensen zijn optimistisch.
- Future Tense
De economie zal veranderen als er nieuwe wetten worden geïmplementeerd.
- Declarative
De bloemen veranderen met de seizoenen.
- Context & Scenario
Met de nieuwe regering zal er misschien veel veranderen.
- Idiomatic
Als je dit nu niet verandert, krijg je spijt.
worden, bijvoorbeeld in de zin van verdwijnen of veranderen in iets anders
(iets verandert in een andere toestand)
Het wordt donker, dus we moeten naar huis gaan.
Zij gaat een ander leven leiden na haar opleiding.
- Simple
Het water wordt heet als je het verwarmt.
- Past Tense
De klaprozen werden rood in de zomer.
- Interrogative
Wordt deze film binnenkort beschikbaar?
- Compound
Het weer wordt beter, maar het kan nog steeds regenen.
- Future Tense
De bloemen zullen volgend jaar weer worden.
- Context & Scenario
Elke ochtend wordt de lucht frisser.
- Complex
De lucht wordt blauwer wanneer de zon ondergaat.
- Present Tense
De bladeren worden geel in de herfst.
- Declarative
Het huis wordt steeds mooier.
- Imperative
Word een professional in jouw vakgebied!