Gelukkig

Adjective

Attributive Forms

💡Als je zegt 'de gelukkige man' of 'een gelukkige vrouw', gebruik je 'gelukkige' vóór het zelfstandig naamwoord.

With Definite Article
de gelukkige
"De gelukkige man lacht."
With Indefinite Article
een gelukkige
"Een gelukkige vrouw danst."
Without Article
gelukkig
"Gelukkig mensen maken anderen blij."

Predicative Form

💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'gelukkig': Hij is gelukkig.

gelukkig
"Hij is gelukkig."

Comparative

💡Als je zegt 'gelukkiger dan', vergelijk je twee mensen of dingen. Bijvoorbeeld, 'Zij is gelukkiger dan hem'.

Base Form
gelukkiger
"Zij is gelukkiger dan haar zus."
With "dan"
gelukkiger
"Jij bent gelukkiger dan deze dagen."

Superlative

💡Als je het over de beste of hoogste graad hebt, gebruik je 'gelukkigste': 'Hij is de gelukkigste van ons allemaal.'

Attributive
de gelukkigste
"Hij is de gelukkigste man ter wereld."
Predicative
het gelukkigst
"Zij is het gelukkigst van allemaal."

Important Notes

  • usage:Gelukkig kan ook als bijvoeglijk naamwoord en bijwoord gebruikt worden.
  • spelling:Het woord 'gelukkig' heeft geen onregelmatige vormen.