Geven

Verb
1
Complex
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Simple
Compound
Future Tense
Past Tense
Declarative
Imperative
Een jonge vrouw geeft een prachtig ingepakt cadeau aan haar vriend met een serene natuurlijke achtergrond van heuvels en een rivier.
Elegante geschenken overhandigen in een schilderachtig landschap
Een jonge vrouw geeft een prachtig ingepakt cadeau aan haar vriend met een serene natuurlijke achtergrond van heuvels en een rivier.
2
Context & Scenario
Related Word
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Complex
Compound
Present Tense
Past Tense
Interrogative
Imperative
Abstract beeld van oorzaak en gevolg met een student die studeert, omringd door kleurrijke en expressieve elementen die kennis en ideëen symboliseren.
Abstracte weergave van oorzaak en gevolg in leren
Abstract beeld van oorzaak en gevolg met een student die studeert, omringd door kleurrijke en expressieve elementen die kennis en ideëen symboliseren.
3
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Present Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Een coach geeft instructies aan een jonge atleet in een sfeervolle studieruimte met een tactisch bord.
Coach geeft instructies aan atleet in studeerkamer
Een coach geeft instructies aan een jonge atleet in een sfeervolle studieruimte met een tactisch bord.
4
Present Tense
Interrogative
Future Tense
Declarative
Imperative
Complex
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Simple
Compound
Context & Scenario
Related Word
Past Tense
Een surrealistisch geometrisch tafereel met een man die zijn liefde vormt met zijn handen in een wereld van optische illusies en geometrische structuren.
Surrealistisch tafereel van een man die liefde vormt met geometrische elementen
Een surrealistisch geometrisch tafereel met een man die zijn liefde vormt met zijn handen in een wereld van optische illusies en geometrische structuren.