Gisteren

Adverb
1
Simple
Compound
Complex
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Interrogative
Imperative
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Idiomatic
Een vrolijke scène met een kind dat een kleurrijke vlieger laat vliegen onder een zonnige lucht met een glimlachende zon.
Vrolijke buitenscene met een kind dat een vlieger laat vliegen
Een vrolijke scène met een kind dat een kleurrijke vlieger laat vliegen onder een zonnige lucht met een glimlachende zon.
2
Simple
Compound
Complex
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Idiomatic
Een jonge vrouw met een diploma, lachend buiten een schoolgebouw, omringd door ballonnen en confetti terwijl vrienden haar succes vieren.
Vrolijke vrouw met diploma viert recentelijk examen
Een jonge vrouw met een diploma, lachend buiten een schoolgebouw, omringd door ballonnen en confetti terwijl vrienden haar succes vieren.