Hebben
Verbin bezit van iets zijn
(iemand heeft iets)
Ik heb een nieuwe auto gekocht.
Zij hebben veel boeken in hun collectie.
- Compound
Ik ben in bezit van een fiets, en mijn broer heeft een motor.
- Future Tense
Morgen zal ik in bezit zijn van een nieuw telefoonmodel.
- Imperative
Wees in bezit van je paspoort voordat je vertrekt!
- Context & Scenario
Tijdens de vergadering waren we in bezit van de nieuwste gegevens.
- Related Word
Zij zijn eigenaar van het gebouw, dus ze zijn in bezit van de sleutel.
- Simple
Ik ben in bezit van een zeldzaam schilderij.
- Past Tense
Zij waren in bezit van een vakantiewoning.
- Interrogative
Ben jij in bezit van de vereiste documenten?
- Synonym
Hij heeft een verzameling, oftewel hij is in bezit van antieke klokken.
- Complex
Omdat ik in bezit ben van een rijbewijs, kan ik de auto lenen.
- Present Tense
Hij is in bezit van oude munten.
- Declarative
Wij zijn in bezit van een kat.
- Context & Scenario
Elke morgen ben ik in bezit van een vers brood.
- Context & Scenario
Op het feestje was hij in bezit van een grappige hoed.
- Idiomatic
Het lukt hem altijd om in bezit te zijn van geluk.
in bezit of beheer hebben
(iemand heeft iets van iemand anders)
Ik heb een nieuwe auto gekocht.
Zij heeft drie katten thuis.
- Compound
Zij heeft een huis, en ook een vakantiehuis aan zee.
- Present Tense
Ik bezit veel boeken over geschiedenis.
- Declarative
Zij heeft een nieuwe hond thuis.
- Context & Scenario
Ik bezit een flinke verzameling munten.
- Related Word
De directeur heeft het beheer over de nieuwe filialen.
- Simple
Hij bezit een mooie fiets.
- Past Tense
Hij bezat vroeger een antiekwinkel.
- Interrogative
Bezit jij die schilderij?
- Context & Scenario
De leraar heeft een exemplaar van elk boek voor de klas in bezit.
- Idiomatic
Ik zou wel graag een graantje willen meepikken.
- Complex
De man, die de zeldzame kunstcollectie in bezit heeft, woont in Amsterdam.
- Future Tense
Volgende jaar zullen we dat huis in bezit hebben.
- Imperative
Houd dit boek in bezit totdat ik terug ben.
- Context & Scenario
Tijdens het etentje vertelde hij dat hij nu een restaurant in de stad bezit.
inwendige toestand of kenmerk uitdrukken
(iemand heeft honger of kou)
Ik heb honger, laten we iets gaan eten.
Hij heeft altijd kou, zelfs in de zomer.
- Simple
Simple Sentence: Hij heeft dorst.
- Present Tense
Present Tense: Ik heb het vaak koud in de winter.
- Declarative
Declarative: Zij heeft altijd zin in avontuur.
- Imperative
Imperative: Heb geduld en wacht even.
- Context & Scenario
Social Situations: Iedereen in de groep had trek, dus gingen we naar een restaurant.
- Idiomatic
Idiom: Na de hele dag werken, had hij de kluts kwijt.
- Compound
Compound Sentence: Zij heeft het warm, maar hij heeft het ijskoud.
- Future Tense
Future Tense: Morgen zullen we trek hebben na de lange wandeling.
- Interrogative
Interrogative: Hebben jullie ook de behoefte om te rusten na zo'n lange dag?
- Context & Scenario
Work/School: Na de vergadering heb ik zin in een kopje koffie.
- Related Word
Related Word: Door de stress voelde zij zich constant vermoeid.
- Complex
Complex Sentence: Omdat zij zo moe is, heeft ze de hele dag behoefte aan rust.
- Past Tense
Past Tense: Gisteren had hij ineens zin in chocolade.
- Context & Scenario
Everyday Life: In de zomer heb ik altijd veel dorst.
- Synonym
Synonym: Hij ervaarde een sterke behoefte om te rusten na zijn werk.
ervaren of voelen
(iemand heeft een gevoel of ervaring)
Ze heeft veel geduld met kinderen.
Hij heeft vaak last van hoofdpijn.
- Simple
Ik heb vaak een gevoel van vreugde.
- Compound
Ik heb vaak een gevoel van vreugde, maar soms ook verdriet.
- Complex
Ik heb vaak een gevoel van vreugde als ik naar muziek luister.
- Present Tense
Ik voel een beetje verdriet.
- Past Tense
Gisteren voelde ik een vreemd gevoel opkomen.
- Future Tense
Morgen zal ik waarschijnlijk een gevoel van opluchting ervaren.
- Declarative
Ik ervaar een sterk gevoel van liefde.
- Interrogative
Heb je ooit zo'n sterk gevoel gevoeld?
- Imperative
Voel de zachte textuur van dit doek!
- Context & Scenario
Ik had een gevoel dat ik mijn sleutels kwijt was.
- Context & Scenario
Tijdens de vergadering voelde ik spanning in de lucht.
- Context & Scenario
Op het feest ervoer ik een gevoel van saamhorigheid.
- Synonym
Deze plek geeft mij altijd een warm gevoel.
- Related Word
Ik voel een samentrekking in mijn maag van spanning.
- Idiomatic
Ik had een onderbuikgevoel dat er iets mis was.
een relatie met iets of iemand hebben
(iemand heeft een vriend of vriendengroep)
Ze heeft een goede vriendengroep.
Hij heeft veel kennissen in de stad.
- Present Tense
Ik heb momenteel een relatie met mijn vriend.
- Past Tense
Vroeger had ik een hechte relatie met mijn buurman.
- Interrogative
Heb je een goede relatie met je broers en zussen?
- Related Word
Hij heeft contact met veel mensen en hij waardeert die relaties.
- Past Tense
Gisteren had ze een openhartig gesprek over hun relatie.
- Interrogative
Werk je aan je relatie met hen?
- Past Tense
Vorig jaar hadden we veel plezier met de vriendengroep.
- Idiomatic
Zijn band met de groep voelt als een oude jenever.
- Complex
Omdat de relatie met zijn vrienden goed is, onderneemt hij vaak leuke dingen met hen.
- Declarative
Zijn relatie met de groep is uitstekend.
- Imperative
Bouw een sterke relatie op met je collega's!
- Idiomatic
Ze hebben een band zoals dikke vrienden dat hebben.
- Future Tense
Volgend jaar zullen we onze relatie verder uitbouwen.
- Imperative
Respecteer je relatie met familie en vrienden!
- Future Tense
In de toekomst zal onze vriendengroep vaker samenkomen.
- Compound
De relatie tussen de vrienden is sterk maar ze maken ook vaak ruzie.
- Future Tense
Binnenkort zal ik hopelijk een relatie opbouwen met de nieuwe teamleden.
- Synonym
Ik onderhoud goede relaties met mijn buren.
- Present Tense
We koken vaak samen omdat we een leuke relatie hebben.
- Declarative
Tijdens de lunch praten we vaak over onze relaties.
- Present Tense
Elke dag sturen we berichten in onze vriendengroep.
- Related Word
Op kantoren bouwen mensen vaak sterke werkrelaties op.
in een relatie staan tot iets of iemand
(iemand heeft een relatie of huisdier)
Ik heb een zus in Australië.
Zij hebben een hond als huisdier.
- Simple
Hij heeft een kat als huisdier.
- Past Tense
Zij had een konijn toen zij jonger was.
- Imperative
Adopteer een kat van het dierenasiel!
- Context & Scenario
In zijn werk bespreekt hij vaak de relatie tussen mensen en technologie.
- Idiomatic
Het is alsof hij een kat-vriend is in plaats van een kat als huisdierr te hebben.
- Complex
Hij heeft een kat als huisdier omdat hij van dieren houdt.
- Future Tense
Zij zal in de toekomst een aquarium kopen.
- Interrogative
Heb je ooit een slang als huisdier gehad?
- Context & Scenario
Tijdens het feestje vertelde ze over haar liefde voor huisdieren.
- Related Word
Ze zorgen goed voor hun kat, die hun huisdier is.
- Compound
Hij heeft een kat als huisdier, en zij hebben een papegaai.
- Present Tense
Zij heeft een papegaai die elke ochtend in de keuken praat.
- Declarative
Hij houdt van exotische vissen als huisdieren.
- Context & Scenario
Hij wandelt dagelijks met zijn hond in het park.
- Synonym
De band tussen hen, een synoniem voor relatie, is sterk.
voor het uitdrukken van bezit met voornaamwoorden
(gebruik met voornaamwoorden zoals 'er' en 'geen')
Er worden veel vragen gesteld, maar ik heb er geen antwoord op.
Ze heeft er wel een paar meer besteld.
- Compound
Compound Sentence: Hij kocht een auto, en hij heeft er geen spijt van.
- Simple
Simple Sentence: Mijn boek, maar ik heb er geen.
- Complex
Complex Sentence: De kat, waarvan ik dacht dat ze er geen had, lag op de mat.