Hebben
hetCommon Nounhet beschikken over iets; bezit
(iemand heeft iets, een eigenschap of voorwerp)
Het hebben van een auto in de stad kan handig zijn.
Het hebben van geduld is belangrijk in deze baan.
- Simple
Mijn zus heeft een blauwe fiets.
- Past Tense
Zij had vroeger een prachtige verzameling boeken.
- Interrogative
Hebben jullie een extra pen voor mij?
- Interrogative
Heb je een paraplu, nu het regent?
- Declarative
Op kantoor beschik ik over de nieuwste software.
- Declarative
Hij bezit de gave om iedereen op zijn gemak te stellen tijdens feestjes.
- Synonym
Een auto bezitten in Nederland betekent vaak dat je met veel extra kosten te maken hebt.
- Idiomatic
In het bezit zijn van de waarheid is goud waard.
- Complex
Omdat zij beschikt over veel ervaring, krijgt zij meer verantwoordelijkheden op het werk.
- Declarative
De man heeft een hond.
- Imperative
Beschik over al je moed en ga naar binnen!
- Past Tense
Na zijn promotie had hij meer verantwoordelijkheden op zijn werk.
- Imperative
Vergeet niet je ID-bewijs mee te nemen, want je hebt het nodig voor de inschrijving.
- Imperative
Zorg ervoor dat je over alle nodige vaardigheden beschikt voor het examen.
- Imperative
Beschik over wat krediet, want je zal het nodig hebben bij de bank.
- Related Word
Ze beschikt over een groot talent voor muziek, waardoor ze opvalt op school.
- Synonym
Bezittingen hebben is niet hetzelfde als geluk hebben.
- Compound
Hij heeft een oud horloge, maar het is nog steeds heel waardevol.
- Present Tense
Ik heb een huis in Utrecht.
- Future Tense
Wij zullen binnenkort over nieuwe computers beschikken.
- Present Tense
Ik beschik over een boodschappentas om alles in op te bergen.
- Future Tense
Zij zullen binnenkort over hun eigen auto beschikken.
- Declarative
Beschikking hebben over tijd is een luxe in mijn drukke schema.
- Interrogative
Bezit je een laptop voor het project?
- Interrogative
Bezit je de moed om voor het hele publiek te spreken?
- Synonym
Het bezitten van een huisdier kan veel vreugde brengen.
- Idiomatic
Wie het geluk in bezit heeft, heeft een schat in handen.
bezitting, het hebben van iets
(iemand heeft een object of een eigenschap)
Hij heeft veel boeken in huis.
Ze heeft het vermogen om snel te leren.
- Compound
Hij bezit boeken, maar hij hecht meer waarde aan herinneringen.
- Past Tense
Zij bezat vroeger een schilderij van Van Gogh.
- Declarative
Zij bezit een unieke collectie muziekinstrumenten.
- Context & Scenario
Elke ochtend kijk ik naar mijn bezit: de vredige tuin.
- Synonym
Dat huis is haar eigendom.
- Complex
Hoewel hij weinig middelen bezit, deelt hij altijd zijn ervaringen met anderen.
- Future Tense
Binnenkort zal hij een nieuwe auto bezitten.
- Imperative
Bezint eer ge begint; zorg goed voor je bezittingen.
- Context & Scenario
Voor zijn project bezit hij drie referentieboeken.
- Idiomatic
Hij heeft alles voor elkaar, want hij bezit de sleutel tot succes.
- Simple
Dit kunstbeeld is haar meest waardevolle bezit.
- Present Tense
Ik bezit een zeldzaam album van die band.
- Interrogative
Bezit je een fiets of een auto?
- Context & Scenario
Tijdens het spel toonde zij haar bezit: het winnende ticket.
- Related Word
Haar vermogen bestaat uit een waardevolle kunstcollectie.
wat iemand heeft of bezit, vooral als het veel waarde vertegenwoordigt
(iemand heeft een bezit van waarde)
Zijn hebben en houden is hem heel dierbaar.
Ze stopte al haar hebben in die nieuwe zaak.
- Complex
Hoewel het schilderij klein is, vertegenwoordigt het een enorme waarde vanwege de beroemde kunstenaar.
- Future Tense
Zij zal in de toekomst meer belang hechten aan de waarde van haar bezittingen.
- Imperative
Bewaar deze documenten vanwege hun historische waarde!
- Interrogative
Hij zorgde goed voor zijn erfstukken, omdat ze voor hem goud waard zijn.
- Present Tense
Hij legt zijn verzameling kunstwerken uit 19e eeuw met trots aan vrienden.
- Simple
Hij bewaart zijn oude munten zorgvuldig omdat ze veel waarde hebben.
- Present Tense
Hun huis vertegenwoordigt momenteel de grootste waarde in hun bezittingen.
- Declarative
Dit kunstwerk heeft veel waarde.
- Synonym
Na zijn overlijden kregen zijn kinderen al zijn bezittingen van waarde.
- Compound
De sieraden zijn niet alleen mooi, maar ze vertegenwoordigen ook een grote financiële waarde.
- Past Tense
De verzameling antiek had vroeger veel waarde, maar nu is de markt veranderd.
- Interrogative
Heeft dat schilderij veel waarde?
- Related Word
De juwelen zijn van grote waarde en moeten goed beveiligd worden.
- Related Word
Ze praten vaak over de waarde van hun gezamenlijke projecten op het werk.
- Idiomatic
Het schilderij hing generaties lang in de familie en was goud waard.