Huwelijk

deCommon Noun
1
Compound
Past Tense
Interrogative
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Complex
Future Tense
Imperative
Een trouwceremonie in de buitenlucht met een gelukkige bruid en bruidegom onder een altaar, omringd door blije vrienden en familie.
Buitenhuwelijksceremonie in de zomer - een officiële verbintenis
Een trouwceremonie in de buitenlucht met een gelukkige bruid en bruidegom onder een altaar, omringd door blije vrienden en familie.
2
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Een kleurrijke winter scène met een stel dat hun twintigste huwelijksjubileum viert, omringd door vrienden en familie die plezier maken in de sneeuw.
Twintigste huwelijksverjaardag in een kleurrijke winteromgeving
Een kleurrijke winter scène met een stel dat hun twintigste huwelijksjubileum viert, omringd door vrienden en familie die plezier maken in de sneeuw.
3
Complex
Future Tense
Interrogative
Simple
Past Tense
Imperative
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Abstracte weergave van de tegenstellingen in een huwelijk, met blije kleuren aan de ene kant en donkere, chaotische elementen aan de andere kant.
Abstracte Illustratie van Huwelijkstoestanden
Abstracte weergave van de tegenstellingen in een huwelijk, met blije kleuren aan de ene kant en donkere, chaotische elementen aan de andere kant.
4
Complex
Future Tense
Context & Scenario
Synonym
Compound
Present Tense
Declarative
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Een bruidspaar staat bij het altaar in een versierde kerk, omringd door feestelijke gasten.
Grote Bruiloft Ceremonie in Prachtige Kerk
Een bruidspaar staat bij het altaar in een versierde kerk, omringd door feestelijke gasten.