In

Preposition

←→

💡De voorzetsel 'in' verwijst meestal naar iets dat zich binnen een bepaalde plaats of tijd bevindt.

"De boeken liggen in de kast."

De voorzetsel 'in' wordt gebruikt om aan te geven dat iets binnenin een plek of situatie is.

Ruimte
"Wij zijn in het park."
Geeft aan dat iets of iemand binnenin een plek is.
Tijd
"In de zomer is het warm."
Gebruikt om een periode aan te duiden.
Staat
"Hij is in shock."
Geeft de gemoedstoestand of situatie van iemand aan.

geloven in
"Hij gelooft in wonderen."
denken dat iets waar of mogelijk is
interesse hebben in
"Zij heeft veel interesse in kunst."
ergens belangstelling voor hebben
vertrouwen hebben in
"Ik heb vertrouwen in jouw keuzes."
vertrouwen dat iets of iemand capabel en eerlijk is

usage:Geef aandacht aan context voor het gebruik van 'in', vooral bij abstractere termen zoals emoties.
position:Bij tijdsaanduidingen kan 'in' aan het begin of einde van de zin worden geplaatst.