Jij

Pronoun

Personal

jij
"Jij bent mijn vriend."

subject

je
"Je bent mijn vriend."

informal subject

jou
"Ik zie jou."

object

jou
"Met jou wil ik praten."

with preposition

Position Rules

  • Jij (je) komt meestal voor de persoonsvorm.

    "Jij gaat naar school."

    In deze zin staat 'jij' voor de werkwoord 'gaat'.

  • Jij (je) kan ook aan het eind van de zin staan.

    "Dat wil ik wel, jij."

    Hier staat 'jij' na de zin voor nadruk.

Important Notes

  • usage:Gebruik 'jij' in gewone gesprekken.
  • informal:Gebruik 'je' voor informele situaties.
  • formal:In formele situaties gebruik je 'u' in plaats van 'jij'.
  • usage:In combinatie met een werkwoord, zoals: 'jij kunt'.