Laten
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Het werkwoord 'laten' kan verschillende betekenissen hebben zoals 'to let', 'to allow', of 'to leave'.
Infinitief
Ik wil graag anderen helpen, daarom laat ik ze laten.
Tegenwoordig deelwoord
Ik ben latend in mijn beslissing hoewel ik al een tijdje nadenk.
De latende vragen zorgen voor verwarring.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik laat mijn hond lopen in het park.
jij / je
Jij laat altijd je spullen rondslingeren.
u
U laat ons weten wanneer u klaar bent.
hij
Hij laat vaak dingen liggen.
zij / ze
Zij laat de deur open staan.
het
Het laat zien wat er kan gebeuren.
wij / we
Wij laten de kinderen spelen in de tuin.
jullie
Jullie laten altijd te laat weten dat je komt.
Verleden tijd
ik
Ik liet het huis een paar maanden leeg staan.
jij / je
Jij liet me weten dat je niet kon komen.
u
U liet uw tas achter in de trein.
hij
Hij liet zijn telefoon vallen.
zij / ze
Zij liet het feestje voortijdig eindigen.
wij / we
Wij lieten ons nooit afleiden tijdens de les.
jullie
Jullie lieten alles achter toen jullie verhuisden.
Voltooid deelwoord
Ik heb het probleem gelaten zoals het was.
Aanvoegende wijs
Het is belangrijk dat zij laat komen voor de vergadering.
Gebiedende wijs
Laat de deur dicht als je weggaat.