Lui

Adjective
MeaningsGrammar

Attributive Forms

💡Als je zegt 'de luie kat' of 'een luie bank', gebruik je 'luie' vóór het zelfstandig naamwoord.

With Definite Article
de luie
"De luie kat slaapt de hele dag."
With Indefinite Article
een luie
"Ik heb een luie dag vandaag."
Without Article
lui
"Hij voelt zich lui."

Predicative Form

💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'lui': Hij is lui.

lui
"De jongen is lui."

Comparative

💡Als je iemand vergelijkt, zeg je: 'Zij is luier' dan gebruik je de vergrotende trap 'luier'.

Base Form
luier
"Zij is luier dan haar broer."
With "dan"
luier
"Hij is luier dan ik dacht."

Superlative

💡De hoogste vorm is 'luist': Je kunt zeggen 'Dat is de luist' als je iets het luiest noemt.

Attributive
luist
"De luist kat is echt niet actief."
Predicative
luist
"Dat is de luist voorganger."

Important Notes

  • usage:De vormen zijn niet altijd even gebruikelijk. 'Luier' en 'luist' horen bij meer informele situaties.
  • spelling:Let op de spelling bij de verschillende vormen: 'luie' en 'luist'.