Makkelijk

Adjective
1
Complex
Compound
Simple
Een hyper-realistisch tafereel van een luchtige keuken met een blije beginnende chef die een eenvoudig recept volgt, omringd door kleurrijke groenten en kruiden.
Beginner Chef in Luchtige Keuken met Eenvoudig Recept
Een hyper-realistisch tafereel van een luchtige keuken met een blije beginnende chef die een eenvoudig recept volgt, omringd door kleurrijke groenten en kruiden.
2
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Idiomatic
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Complex
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Een kind met een blije uitdrukking voltooit snel een eenvoudig puzzel op een houten tafel, omringd door kleurrijke puzzelstukjes in een Barokke setting.
Kind voltooit eenvoudig puzzel in Barokke stijl
Een kind met een blije uitdrukking voltooit snel een eenvoudig puzzel op een houten tafel, omringd door kleurrijke puzzelstukjes in een Barokke setting.
3
Simple
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Een retro-futuristische auto start probleemloos op een zonnige straat, omringd door kleurrijke bomen en een heldere lucht.
Retro-futuristische auto die probleemloos start op zonnige straat
Een retro-futuristische auto start probleemloos op een zonnige straat, omringd door kleurrijke bomen en een heldere lucht.