Morgen

de-hetCommon Noun
1
Simple
Past Tense
Future Tense
Compound
Interrogative
Imperative
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Jonge student die zijn veters strikt in een serene straat tijdens de ochtend na zonsopgang, omringd door monumentale architectuur
Ochtendroutine van een student voor een nieuwe dag
Jonge student die zijn veters strikt in een serene straat tijdens de ochtend na zonsopgang, omringd door monumentale architectuur
2
Simple
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Idiomatic
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Een levendige Barok scène met professionals die aan een grote tafel plannen bespreken voor een belangrijke afspraak morgen om tien uur.
Barok Scène van Professionals in Bespreking voor Belangrijke Afspraken
Een levendige Barok scène met professionals die aan een grote tafel plannen bespreken voor een belangrijke afspraak morgen om tien uur.
3
Present Tense
Future Tense
Context & Scenario
Context & Scenario
Compound
Past Tense
Interrogative
Imperative
Synonym
Idiomatic
Simple
Complex
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Abstracte kleurrijke afbeelding van een toekomstig evenement met een grote klok en spraakballon.
Kleurrijke Abstracte Toekomstige Evenementen Illustratie
Abstracte kleurrijke afbeelding van een toekomstig evenement met een grote klok en spraakballon.
4
Complex
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Past Tense
Context & Scenario
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Present Tense
Declarative
Imperative
Synonym
Kinderen spelen in een winterlandschap met sneeuw, bouwen een sneeuwman, maken sneeuwengelen en glijden.
Vrolijke winterse ochtend met spelende kinderen
Kinderen spelen in een winterlandschap met sneeuw, bouwen een sneeuwman, maken sneeuwengelen en glijden.