Nu
hetCommon Nounhet moment dat op dit ogenblik plaatsvindt, heden
(iemand zegt iets dat op dit moment relevant is)
Nu is het belangrijker dan ooit om vrienden te hebben.
Wat we nu nodig hebben, is meer geduld.
- Compound
Ik focus me op het heden, maar ik vergeet het verleden niet.
- Simple
Het heden brengt veel uitdagingen met zich mee.
- Past Tense
Zij dachten na over het heden.
- Present Tense
Hij leeft in het heden.
- Declarative
Het heden is vol mogelijkheden.
- Future Tense
We zullen ons op het heden concentreren.
- Imperative
Focus op het heden!
- Interrogative
Wat betekent het heden voor jou?
- Interrogative
Elke dag probeer ik in het heden te blijven.
- Complex
Tijdens de vergadering bespraken we problemen die in het heden spelen.
- Complex
Terwijl het heden ons veel kansen biedt, blijven sommige mensen in het verleden leven.
- Complex
Het heden is een tijd om van te genieten met vrienden.
- Related Word
Veel mensen hechten waarde aan het nu, omdat het snel voorbijgaat.
- Synonym
Het huidige moment is cruciaal voor ons project.
- Idiomatic
Hij leeft met de dag zonder te veel zorgen voor het verleden of de toekomst.
de tijd die op dit moment plaatsvindt, het heden
(iets gebeurt op dit moment)
We moeten nu vertrekken anders missen we de trein.
Ik kan nu niet praten, ik ben aan het werk.
- Complex
Hoewel het verleden niet kan worden veranderd, moeten we in het heden leven.
- Future Tense
In de toekomst zal ik meer genieten van het heden.
- Imperative
Focus op het heden!
- Interrogative
Op het feest praten we veel over het heden.
- Declarative
Het huidige moment is uniek en kostbaar.
- Simple
Het heden is belangrijk.
- Present Tense
Ik lees een boek in het heden.
- Declarative
Het heden is vol mogelijkheden.
- Interrogative
In het heden koken we samen.
- Synonym
De dag van vandaag is net als elk ander vorig heden.
- Compound
Het heden is belangrijk, maar we vergeten het vaak.
- Past Tense
In het verleden dachten mensen anders over het heden.
- Interrogative
Wat doe je in het heden?
- Declarative
Tijdens de cursus leren we over het heden.
- Idiomatic
Elk moment dat we nu doorbrengen is de kers op de taart van het heden.
op dit moment (in tegenstelling tot vroeger)
(iets is veranderd sinds vroeger)
Vroeger aten we altijd samen, maar nu zijn we allemaal druk.
Nu iedereen hier is, kunnen we beginnen.
- Simple
Vroeger was het elke dag zonnig, maar nu regent het vaak.
- Compound
Vroeger studeerde ik veel, maar nu werk ik fulltime in een kantoor.
- Complex
Hoewel het vroeger stil was in de buurt, is het nu erg luidruchtig vanwege de bouwprojecten.
- Present Tense
Nu bezoek ik het museum elke maand.
- Future Tense
In de toekomst zal deze stad veel duurzamer zijn dan vroeger.
- Past Tense
Vroeger ging ik altijd met het openbaar vervoer, maar nu rijd ik met de auto.
- Declarative
Tegenwoordig zijn de winkels tot laat open.
- Interrogative
Ben je je bewust van hoe snel de technologie zich heeft ontwikkeld in tegenstelling tot vroeger?
- Imperative
Verander je gewoontes en leef gezonder dan vroeger!
- Synonym
Nu gebruiken we zonnepanelen, iets wat vroeger ondenkbaar was.
- Related Word
De tegenstrijdigheden tussen het verleden en het heden zijn duidelijk zichtbaar.
- Idiomatic
Onze vergaderingen beginnen tegenwoordig altijd op tijd; dat was vroeger wel anders.
direct in dit moment, zonder uitstel
(iemand iets meteen doet of wil)
Kom nu! We hebben geen tijd te verliezen.
Ik wil het nu weten, niet later.
- Compound
Compound Sentence: "Hij wilde onmiddellijk vertrekken, dus pakte hij zijn spullen."
- Present Tense
Present Tense: "Zij zorgt ervoor dat vragen onmiddellijk worden beantwoord."
- Declarative
Declarative: "Het is belangrijk om onmiddellijk te reageren op dringende zaken."
- Context & Scenario
Everyday Life: "Ik moet onmiddellijk het licht uitdoen wanneer ik de kamer verlaat."
- Synonym
Synonym: "De lichten gingen aan zodra hij de kamer binnenkwam."
- Simple
Simple Sentence: "Ze reageert onmiddellijk op elke vraag."
- Future Tense
Future Tense: "Ik zal onmiddellijk informeren wanneer ik meer weet."
- Imperative
Imperative: "Bel me onmiddellijk als je klaar bent."
- Context & Scenario
Social Situations: "Wanneer je een uitnodiging ontvangt, is het beleefd om onmiddellijk te reageren."
- Idiomatic
Incorporating Idiomatic Expression: "Hij sprong onmiddellijk in het diepe toen hij de kans kreeg."
- Complex
Complex Sentence: "Onmiddellijk nadat hij de boodschap hoorde, besloot hij actie te ondernemen."
- Past Tense
Past Tense: "Hij ging onmiddellijk naar huis toen hij het nieuws hoorde."
- Interrogative
Interrogative: "Kun je deze taak onmiddellijk uitvoeren?"
- Context & Scenario
Work/School: "De leraar vroeg de leerlingen om hun opdrachten onmiddellijk in te leveren."
- Related Word
Related Word: "Ze moeten direct handelen, anders loopt het verkeerd af."