Ongeluk

hetCommon Noun
1
Compound
Future Tense
Interrogative
Complex
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Past Tense
Imperative
Een fietser ligt gewond op de grond naast een omgevallen fiets op een rurale weg met een dramatische lucht op de achtergrond.
Fietsongeluk op een landelijke weg
Een fietser ligt gewond op de grond naast een omgevallen fiets op een rurale weg met een dramatische lucht op de achtergrond.
2
Simple
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Present Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Een vrouw in een kantoor maakt per ongeluk een fout door koffie te morsen op belangrijke documenten, terwijl collega's lachen.
Vrolijke winterse kantooromgeving met een leuke fout
Een vrouw in een kantoor maakt per ongeluk een fout door koffie te morsen op belangrijke documenten, terwijl collega's lachen.
3
Simple
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Idiomatic
Een speelse en chaotische scène met kinderen die limonade morsen in een levendige achtertuin, omringd door kleurrijke bomen en vreemde wezens.
Speelse kinderen morsen limonade in een levendige achtertuin
Een speelse en chaotische scène met kinderen die limonade morsen in een levendige achtertuin, omringd door kleurrijke bomen en vreemde wezens.