Piepen
Verbeen hoog, doordringend geluid maken, vaak door een klein dier of apparaat
(een vogel piept in de lucht)
De jonge vogels beginnen te piepen als ze honger hebben.
De wekker piept elke morgen om zeven uur.
- Simple
De muizen maken een hoog, doordringend geluid in de nacht.
- Future Tense
Morgen zal de computer een piepend geluid maken tijdens de update.
- Interrogative
Maakt jouw telefoon ook zo'n vreemd geluid?
- Compound
De muizen maken een hoog geluid, maar de katten luisteren niet.
- Past Tense
Gisteren maakte ze een irritant geluid met haar fluitje.
- Imperative
Maak geen geluid terwijl de film begint!
- Complex
Wanneer de jongste vogel piept, komt de moeder met voedsel.
- Present Tense
Ik hoor vandaag een vreemd geluid in de tuin.
- Declarative
De hond maakt altijd een luid geluid als er iemand aan de deur staat.
- Context & Scenario
Tijdens het koken hoorde ik een piepend geluid uit de oven komen.
iemand of iets maakt een piepend geluid, bijvoorbeeld een deur of een band
(een deur piept als hij opent)
De oude schommelstoel piept als je erin zit.
De auto piept als de remmen tekenen van slijtage vertonen.
- Compound
De deur piept, maar de vloer kraakt niet.
- Past Tense
Gisteren maakte de fiets een vreemd gebaar en ook een piepend geluid.
- Interrogative
Maakt die deur altijd zo'n piepend geluid?
- Context & Scenario
Het geluid van de piepende deur irriteert me.
- Simple
De deur piept als hij openzwaait.
- Future Tense
Morgen zal de kast een piepend geluid maken als ik hem open.
- Imperative
Controleer of de deur piept als je hem opent.
- Complex
Wanneer de deur open gaat, maakt hij een piepend geluid.
- Present Tense
Ze horen het geluid van de piepende deur in de gang.
- Declarative
De auto maakt een piepend geluid als ik het gaspedaal indruk.
verwijzing naar iemand die zich lastiggevallen of oncomfortabel voelt
(iemand piept als hij zich ongemakkelijk voelt)
Hij piepte van schrik toen de hond onverwachts blafte.
Ze piepte van ergernis over de lange wachttijd.
- Complex
Toen ze het slechte nieuws hoorde, voelde ze een groot ongemak dat haar de hele dag achtervolgde.
- Past Tense
Gisteren voelde ik een diep ongemak tijdens de vergadering.
- Declarative
Hij denkt dat zijn ongemak begrijpelijk is in deze situatie.
- Context & Scenario
Ik voel ongemak tijdens lange ritten in de auto.
- Synonym
Ze voelde zich ongemakkelijk, maar ze wilde haar gevoelens niet aan iemand vertellen.
- Idiomatic
Na het ongeluk voelde hij zich als een kip zonder kop, vol ongemak.
- Compound
Ze voelt ongemak, maar ze wil niet zeuren over haar situatie.
- Future Tense
Morgen zal ze zich ongemakkelijk voelen als ze die persoon weer ontmoet.
- Interrogative
Voel je ongemak in deze situatie?
- Context & Scenario
Tijdens mijn studie had ik vaak ongemak tijdens presentaties voor de klas.
- Related Word
De pijn veroorzaakte veel ongemak en maakte de slaap moeilijk.
- Simple
Ze voelde ongemak toen ze in het donker alleen was.
- Present Tense
Hij piept als hij zich ongemakkelijk voelt in een drukke ruimte.
- Imperative
Ervaar ongemak en laat het niet op je inwerken!
- Context & Scenario
De bijeenkomst veroorzaakte veel ongemak onder de aanwezigen.