Pinnen
Verbbetalen met een betaalpas of pinpas
(iemand pint in de winkel)
Ik pin altijd bij de supermarkt in plaats van contant te betalen.
Zij heeft een nieuwe pinpas en kan nu overal pinnen.
- Complex
Als ik in de winkel ben, betaal ik altijd met mijn pinpas.
- Past Tense
Gisteren betaalde ik met mijn pinpas voor een nieuw shirt.
- Imperative
Betaal met je pinpas als je geen contant geld hebt!
- Simple
Ik betaal met mijn nieuwe pinpas in de winkel.
- Future Tense
Morgen zal ik met mijn pinpas betalen voor het diner.
- Interrogative
Betaal je met een betaalpas in de supermarkt?
- Compound
Ik betaal met mijn pinpas, maar mijn vriend betaalt contant.
- Present Tense
Ik betaal meestal met een betaalpas.
- Declarative
De winkelier verwacht dat ik met mijn pinpas betaal.
- Context & Scenario
Elke keer als ik boodschappen doe, betaal ik met mijn pinpas.
geld opnemen bij een geldautomaat
(iemand pint geld)
Hij moet even snel pinnen voordat we naar het restaurant gaan.
Zij ging naar de automaat om wat geld te pinnen.
- Simple
Ik pin elke semaine geld voor mijn boodschappen.
- Past Tense
Gisteren nam hij geld op voor zijn nieuwe laptop.
- Interrogative
Neem jij geld op voordat we vertrekken?
- Compound
Ik pin geld bij de automaat, maar ik moet eten voor het weekend kopen.
- Present Tense
Zij neemt vandaag geld op voor haar vakantie.
- Declarative
Je kunt geld opnemen bij die automaat.
- Interrogative
Ik neem altijd geld op voordat ik op vakantie ga.
- Complex
Terwijl ik geld aan het opnemen was, zag ik een vriend in de rij staan.
- Future Tense
Volgende week zal ik geld opnemen voordat ik ga winkelen.
- Imperative
Neem geld op bij de automaat onder het plein!
een transactie uitvoeren met een pinapparaat
(de klant pint zijn aankoop)
Hij heeft de rekening gepind met zijn mobiele telefoon.
Zij pinde het bedrag voor de nieuwe telefoon in de winkel.
- Compound
De klant voert een transactie uit, maar de machine werkt niet correct.
- Future Tense
Morgen zal ik een transactie uitvoeren voor mijn online aankopen.
- Imperative
Voer de transactie alsjeblieft en sluit je aankoop af!
- Complex
De klant, die zijn nieuwe bankpas heeft gekregen, voert vandaag een transactie uit.
- Past Tense
Gisteren voerden wij een transactie uit bij de supermarkt.
- Interrogative
Voer je de transactie snel genoeg uit?
- Context & Scenario
Ik pin mijn boodschappen elke week.
- Simple
De klant voert een transactie uit met de creditcard.
- Present Tense
Ik voer elke maand een transactie uit om mijn rekeningen te betalen.
- Declarative
De machine werkt goed en de klant maakt een transactie.