Samen

Adverb

←→

💡Samen wordt gebruikt om aan te geven dat dingen met elkaar of met anderen worden gedaan.

samen

"We werken samen aan het project."

begin
"Samen zullen we het probleem oplossen."
Geeft extra nadruk op samenwerking.
middle
"We zullen samen de kamer opruimen."
En toont dat de actie met anderen is.
end
"Het is goed als we dit samen doen."
Plaats de nadruk op de manier van werken.

samenlijker

"We werken nog samenlijker aan dit project dan eerder."

De vergelijking geldt vaak voor meer samenwerking of gezamenlijke inspanningen.

samenlijkst

"Dit is de samenlijkst uitgevoerde taak tot nu toe."

De superlatief wordt minder vaak gebruikt en is meestal in een formele context.

with "werken"
"We werken altijd samen."
Geeft een gebruikelijke samenwerking aan.
with "spelen"
"De kinderen spelen samen."
Geeft aan dat de activiteit gezamenlijk is.
with "eten"
"Laten we samen eten."
Suggestie voor gezamenlijke activiteit.

gezamenlijk
"De gezamenlijke bijeenkomst was succesvol."
Formeel, sterker accent op samenwerking.
samen met
"Hij werkt samen met zijn vrienden."
Specifieker, benadrukt deelnemers.
tezamen
"Ze leidden tezamen het project."
Stijlvol, minder gebruikt in het dagelijks taalgebruik.