Stoelen

Verb
1
Compound
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Simple
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Een jonge vrouw zit gezellig op een plush bank, praat met vrienden in een warm verlichte woonkamer.
Gezellige woonkamer met een jonge vrouw en vrienden
Een jonge vrouw zit gezellig op een plush bank, praat met vrienden in een warm verlichte woonkamer.
2
Future Tense
Interrogative
Past Tense
Present Tense
Complex
Complex
Present Tense
Past Tense
Imperative
Present Tense
Future Tense
Interrogative
Present Tense
Past Tense
Present Tense
Declarative
Past Tense
Compound
Past Tense
Compound
Een man in zakelijke kleding neemt zelfverzekerd plaats in een prachtig ingericht directeursoffice met grote ramen en uitzicht op gedetailleerde landschappen.
Man zit zelfverzekerd in directeursoffice - zakelijke rol
Een man in zakelijke kleding neemt zelfverzekerd plaats in een prachtig ingericht directeursoffice met grote ramen en uitzicht op gedetailleerde landschappen.
3
Simple
Future Tense
Interrogative
Complex
Past Tense
Imperative
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Een persoon zit op een bank bij een treinstation, starend in de verte terwijl ze rustig wachten.
Serene Landschap met Persoon op Bank bij Treinstation
Een persoon zit op een bank bij een treinstation, starend in de verte terwijl ze rustig wachten.