Trouw

de-hetAdjective

Attributive Forms

💡Als je zegt 'de trouwe vriend' of 'een trouwe hond', gebruik je 'trouwe' vóór het zelfstandig naamwoord.

With Definite Article
de trouwe
"De trouwe vriend helpt je altijd."
With Indefinite Article
een trouwe
"Een trouwe hond is goed gezelschap."
Without Article
trouw
"Hij is trouw aan zijn principes."

Predicative Form

💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'trouw': De man is trouw.

trouw
"De man is trouw aan zijn vrouw."

Comparative

💡Als je iemand vergelijkt, zeg je 'trouwer': Hij is trouwer dan zijn broer.

Base Form
trouwer
"Deze hond is trouwer dan die andere hond."
With "dan"
trouwer
"Hij is trouwer dan veel mensen."

Superlative

💡Als je de beste of hoogste trouw wilt zeggen, zeg je 'de trouwste': Zij is de trouwste van allemaal.

Attributive
de trouwste
"Zij is de trouwste vriendin die ik heb."
Predicative
trouwst
"Hij is de trouwst aan zijn beloftes."

Important Notes

  • usage:'Trouw' wordt vaak gebruikt voor relaties en loyaliteit.