Trouw
deCommon Nounde eigenschap van trouw zijn aan iemand of iets, vooral in een relatie of verbintenis
(de trouw tussen partners in een huwelijk)
Hun trouw aan elkaar is bewonderenswaardig.
Welfare en trouw zijn belangrijk in elke vriendschap.
- Complex
Als je trouw bent aan je partner, bouw je een sterke relatie op.
- Present Tense
Ik ben altijd trouw gebleven aan mijn vrienden.
- Declarative
Trouw is essentieel in een goede relatie.
- Imperative
Wees altijd trouw aan jezelf.
- Context & Scenario
Tijdens het feest beloofden ze elkaar trouw en liefde.
- Idiomatic
Hij zal altijd een bepaalde trouw voelen voor zijn geboorteland.
- Simple
Zij blijft trouw aan haar vriend, zelfs in moeilijke tijden.
- Past Tense
Ze was altijd trouw aan haar woord.
- Context & Scenario
Trouw zijn aan je partner is belangrijk in een huwelijk.
- Synonym
Trouwheid is een belangrijk kenmerk van loyaliteit.
- Compound
Hij is trouw aan zijn vrouw, en ze hebben een sterke verbinding.
- Future Tense
Wij zullen trouw zijn aan elkaar, ongeacht de omstandigheden.
- Interrogative
Ben je trouw aan de afspraken die je hebt gemaakt?
- Context & Scenario
In de klas leerden we over de waarde van trouw in relaties.
- Related Word
Een relatie zonder trouw is vaak niet duurzaam.
een ceremonieel evenement waarbij mensen zich aan elkaar verbinden door middel van een huwelijk
(de trouw van een stel)
Ze hebben een prachtige trouw gehad in de zomer.
De trouw was vol liefde en geluk.
- Compound
Het huwelijk was prachtig, en de gasten waren allemaal blij.
- Present Tense
Zij vieren hun huwelijk elk jaar met een feest.
- Interrogative
Wanneer vindt het huwelijk plaats?
- Context & Scenario
Tijdens het huwelijk dansen de gasten vaak samen.
- Synonym
Hun verbintenis was zo sterk; het huwelijk was een viering van hun liefde.
- Simple
Het huwelijk vond plaats in een mooi kasteel.
- Past Tense
Vorige week hadden ze hun huwelijk in de kerk.
- Imperative
Kies een locatie voor het huwelijk!
- Context & Scenario
Na hun huwelijk plannen ze een huwelijksreis naar Italië.
- Related Word
De ceremonie was prachtig en het bruidspaar straalde geluk uit.
- Complex
Het huwelijk, dat in de tuin werd gehouden, was een ware sprookje.
- Future Tense
Volgend jaar zullen zij hun huwelijk vieren in Parijs.
- Declarative
Het huwelijk gaat door, ondanks de slechte weersvoorspelling.
- Context & Scenario
Op school leren we over verschillende tradities bij een huwelijk.
- Idiomatic
Ze zijn door het huwelijk gegaan in goede en slechte tijden.
de plicht om iemand niet te bedriegen of te verlaten, vaak in juridische of morele zin
(de trouw aan je belofte of verplichting)
Het is belangrijk om trouw te zijn aan je afspraken.
Zijn trouw aan zijn waarden is inspirerend.
- Compound
Hij heeft de plicht om zijn beloftes na te komen, maar hij voelt zich niet altijd verplicht.
- Simple
Iedereen heeft de plicht om eerlijk te zijn.
- Complex
De plicht om iemand niet te bedriegen, zoals besproken in onze morele lessen, is essentieel voor vertrouwen.
- Present Tense
Zij neemt haar plicht serieus.
- Past Tense
Vorig jaar begreep hij eindelijk zijn plicht in de situatie.
- Future Tense
Later zal hij zijn plicht vervullen en trouw blijven aan zijn belofte.
- Declarative
Je hebt de plicht om eerlijk te zijn tegen je vrienden.
- Imperative
Vul je plicht in en spreek de waarheid.
- Interrogative
Wat is jouw plicht in deze situatie?
- Context & Scenario
Ik voel de plicht om mijn familie te steunen in moeilijke tijden.