Trouw

deCommon Noun

Singular Forms

💡Het woord 'trouw' is een zelfstandig naamwoord en betekent loyaliteit of de belofte om bij iemand te blijven, vooral in relaties.

Definite (de/het)
de trouw
"De trouw van het paar was prachtig."
Indefinite (een)
een trouw
"Een trouw is een mooi moment in het leven."
Without Article
trouw
"Trouw is belangrijk in relaties."

Plural Forms

💡De meervoudsvorm van 'trouw' is 'trouwen' en wordt vaak gebruikt in een bredere context.

Definite (de)
de trouwen
"De trouwen die we dit jaar hebben gezien waren bijzonder."
Without Article
trouwen
"Trouwen is een grote stap."

Diminutive Form

trouwtje
"Het trouwtje was heel schattig."

Het diminutief geeft een lief of schattig aspect aan het woord, vaak gebruikt in informele context.

informal

Common Compounds

  • trouwdag

    "De trouwdag was een onvergetelijke ervaring."

    de dag waarop je trouwt

  • trouwring

    "Ze droeg haar trouwring met veel trots."

    de ring die je krijgt bij het trouwen

Common Word Combinations

  • trouw beloven

    "Ze beloven trouw aan elkaar."

    Dit betekent dat ze elkaar trouw zullen zijn.

  • in trouw zijn

    "In trouw zijn is essentieel voor een goede relatie."

    Dit betekent dat je loyaal en eerlijk bent in een relatie.

Important Notes

  • countability:'Trouw' is een onmeetbaar zelfstandig naamwoord, maar de meervoudsvorm 'trouwen' verwijst naar meerdere gebeurtenissen.
  • irregular:De meervoudsvorm is niet altijd intuïtief, omdat 'trouw' zelf een abstract concept is.
  • register:In formele contexten kan 'trouw' vaak meer gewicht dragen, terwijl in informele situaties het diminutief vaak gebruikt wordt.