Trouwen

Verb

Infinitief

Tegenwoordig deelwoord

Voltooid deelwoord

Tegenwoordige tijd

  • ik

  • jij / je

  • u

  • hij, zij / ze, het

  • wij / we, jullie

Verleden tijd

  • ik

  • jij / je

  • u

  • hij

  • zij / ze

  • wij / we

  • jullie

  • zij / ze

Aanvoegende wijs

Gebiedende wijs

Examples