Uitleggen

Verb
1
Complex
Simple
Compound
Een klaslokaal met een leerkracht die grammatica uitlegt aan een diverse groep alerte studenten.
Leraar legt grammatica uit aan geïnteresseerde studenten
Een klaslokaal met een leerkracht die grammatica uitlegt aan een diverse groep alerte studenten.
2
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Compound
Present Tense
Past Tense
Declarative
Interrogative
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Een vrouw legt een complexe situatie uit aan een groep toehoorders in een lichte vergaderzaal met een winterlandschap op de achtergrond.
Winterse presentatie in een vergaderzaal
Een vrouw legt een complexe situatie uit aan een groep toehoorders in een lichte vergaderzaal met een winterlandschap op de achtergrond.
3
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Simple
Complex
Past Tense
Future Tense
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Related Word
Een lerares in een donkere klas, die enthousiast complexe geschiedenis uitlegt aan een diverse groep studenten.
Dramatische les over geschiedenis in een sfeervolle klas
Een lerares in een donkere klas, die enthousiast complexe geschiedenis uitlegt aan een diverse groep studenten.