Uitleggen

Verb

Auxiliary Verb

hebben

werkwoord

Het werkwoord 'uitleggen' wordt vaak gebruikt in zowel formele als informele contexten.

Infinitief

Tegenwoordige tijd

  • ik

  • jij / je

  • u

  • hij, zij / ze

  • wij / we

  • jullie

  • het

Verleden tijd

  • ik

  • jij / je

  • u

  • hij, zij / ze

  • wij / we

  • jullie

  • het

Voltooid deelwoord

Tegenwoordig deelwoord

Aanvoegende wijs

Gebiedende wijs

  • jij / je

  • jullie

Examples