Vaak

Adverb

←→

💡Vaak betekent 'met veel regelmaat'. Het is een bijwoord dat frequentie aangeeft.

vaak

"Ze gaat vaak naar de bioscoop."

Begin van de zin
"Vaak gaat ze naar de bioscoop."
Benadrukt de frequentie van de actie.
Midden van de zin
"Ze gaat vaak naar de bioscoop met vrienden."
Benadrukt de gewoonte in relatie tot vriendengroep.
Einde van de zin
"Ze gaat naar de bioscoop, vaak met vrienden."
legt de nadruk op de frequentie maar na de actie.

vaker

"Zij gaat vaker naar de bioscoop dan hij."

Vaker wordt gebruikt om de frequentie te vergelijken tussen twee onderwerpen.

vaakst

"Hij gaat het vaakst naar de bioscoop van ons allemaal."

Vaakst toont de hoogste frequentie in een groep.

with "met"
"Ze gaat vaak met vrienden naar de bioscoop."
Beschrijft de metgezellen.
with "naar"
"Hij gaat vaak naar het park."
Geeft een bestemming aan.
with "over"
"Ze praat vaak over haar vakantie."
Geeft het onderwerp van een gesprek aan.

dikwijls
"Ze komt dikwijls in deze winkel."
Iets formeler en minder gebruikelijk in het dagelijks spreektaal.
regelmatig
"Hij sport regelmatig om fit te blijven."
Benoemt een patroon of vaste gewoonte, iets minder informeel.

position:Vaak aan het begin van een zin benadrukt de frequentie van de actie.
register:Het is een gangbaar woord voor zowel schriftelijk als mondeling gebruik.
usage:Vaak wordt niet gecombineerd met woorden die al frequentie of regelmatigheid impliceren, zoals nooit of altijd.