Varen
Verbzich voortbewegen over water met een schip of ander vaartuig
(iemand vaart met een boot)
Wij varen elke zomer naar het buitenland met onze jacht.
Ze varen graag op de rivier met vrienden.
- Compound
Ze varen steeds vaker, maar het weer kan onvoorspelbaar zijn.
- Complex
Als de wind goed staat, kunnen ze zich sneller voortbewegen dan verwacht.
- Simple
De vissers bewegen zich snel voort met hun boot.
- Present Tense
Ik beweeg me langzaam voort met de kano.
- Future Tense
Morgen zullen ze zich voortbewegen naar de haven voor het festival.
- Past Tense
Eerder vertrokken ze en bewoog de boot soepel voort over de zee.
- Declarative
Zij verkennen de meren terwijl ze zich voortbewegen met hun zeilboot.
- Interrogative
Bewegen jullie je voort over het water met een sloep?
- Imperative
Beweeg je voorzichtig voort, zodat je niks overboord laat vallen!
- Context & Scenario
We genieten van een rustige dag op het water terwijl we ons voortbewegen.
een bepaalde afstand over water afleggen
(met een schip de haven verlaten)
Hij heeft de afstand van Amsterdam naar Londen gevaren in een zeilboot.
Ze moeten nog drie uur varen voordat ze de bestemming bereiken.
- Simple
De kapitein legt de afstand tot de kust nauwkeurig vast.
- Compound
De kapitein vaart met de snelheid van vier knopen, en dat helpt hen om de afstand sneller te overbruggen.
- Complex
De stuurman, die de afstanden goed kan berekenen, weet precies wanneer ze de haven zullen bereiken.
- Present Tense
Hun schip legt dagelijks grote afstanden af over zee.
- Past Tense
Vorige week legden ze een lange afstand af van Rotterdam naar Engeland.
- Future Tense
Volgend jaar zullen ze de afstand naar de Azoren overbruggen met een jacht.
- Declarative
Het schip gaat snel over het water, zodat ze de afstand kunnen verkorten.
- Imperative
Leg de afstand zorgvuldig vast op de kaart!
- Interrogative
Hoeveel afstand kunnen ze in een dag afleggen met deze snelheid?
- Context & Scenario
Als je met de boot reist, moet je de afstand tussen de eilanden goed plannen.
de kunst of techniek van het besturen van een schip
(een zeeman vaart de boot)
Hij was al jaren aan het varen voordat hij zijn kapiteinsbrevet haalde.
Zij geeft les in het varen op zeilschepen.
- Compound
De zeeman bestuurt de boot, en zijn vrienden helpen hem met het zeilen.
- Complex
De zeeman, die al jarenlang op zee is, heeft de kunst van het besturen van een schip perfect onder de knie.
- Simple
De zeeman beheerst de kunst van het besturen van een schip.
- Present Tense
Hij leert nu de technieken van het besturen van een schip.
- Past Tense
Gisteren besturde hij een zeilboot rond het meer.
- Future Tense
Morgen zal hij een groot schip besturen tijdens de wedstrijd.
- Interrogative
Kun jij dit schip ook besturen?
- Declarative
Een goede kapitein moet de zee goed kunnen besturen.
- Imperative
Bestuur het schip met zorg, want de zee kan woest zijn!
- Context & Scenario
Tijdens het weekend gaat hij vaak zeilen om zijn vaardigheden in het besturen van een schip te oefenen.