Verstoppen

Verb
1
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Compound
Past Tense
Interrogative
Simple
Present Tense
Declarative
Kinderen spelen verstoppertje in een besneeuwde tuin en een kind verstopt zich achter een sneeuwbedekte boom.
Kinderen Spelen Verstoppertje in de Wintersneeuw
Kinderen spelen verstoppertje in een besneeuwde tuin en een kind verstopt zich achter een sneeuwbedekte boom.
2
Simple
Present Tense
Declarative
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Context & Scenario
Idiomatic
Synonym
Een persoon plaatst voorzichtig een set sleutels onder een kleurrijke bloempot in een minimalistische kamer.
Sleutels verstoppen onder een kleurrijke bloempot in een moderne kamer
Een persoon plaatst voorzichtig een set sleutels onder een kleurrijke bloempot in een minimalistische kamer.
3
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Een winterlandschap met een persoon die een grote rol met het label 'Plan' onder sneeuw verbergt terwijl anderen vrolijk schaatsen en sneeuwpoppen maken.
Winterlandschap met verborgen geheim
Een winterlandschap met een persoon die een grote rol met het label 'Plan' onder sneeuw verbergt terwijl anderen vrolijk schaatsen en sneeuwpoppen maken.