Vertellen
Verbiemand informatie geven of een verhaal over iets vertellen
(iemand vertelt een verhaal)
Zij vertelt haar vrienden altijd leuke verhalen.
Kan jij mij vertellen wat er gisteren is gebeurd?
- Simple
Hij vertelt een spannend verhaal aan de kinderen.
- Compound
Hij vertelt een verhaal, maar het is niet waar.
- Simple
Hij vertelt een spannend verhaal.
- Complex
Het verhaal dat zij vertelde, was zeer inspirerend.
- Present Tense
Ik vertel elke avond een verhaal aan mijn kinderen.
- Past Tense
Gisteren vertelde zij ons een verhaal over haar vakantie.
- Future Tense
Morgen zal hij haar een verhaal vertellen over zijn reis.
- Declarative
Het verhaal is interessant.
- Interrogative
Vertel je een verhaal aan de klas?
- Imperative
Vertel ons je verhaal!
- Context & Scenario
Ik lees een verhaal voor aan mijn kinderen voor het slapengaan.
- Context & Scenario
Tijdens de geschiedenisles vertelde de leraar een verhaal over de Tweede Wereldoorlog.
- Context & Scenario
Bij het verjaardagsfeestje vertelde zij verhalen over haar kindertijd.
- Synonym
Het verhaal, ook wel narratief genoemd, is meeslepend.
- Related Word
De verteller maakte gebruik van verschillende technieken om het verhaal spannend te houden.
- Idiomatic
Hij kwam met verhalen aan, maar het klonk te mooi om waar te zijn.
iemand iets mededelen of uitleggen
(iemand vertelt iets belangrijks)
De leraar vertelt de leerlingen de regels voor de toets.
Hij vertelde me dat de vergadering is verplaatst.
- Simple
Ik deel het nieuws met jou.
- Compound
Ik deel het nieuws met je, maar je moet het aan niemand vertellen.
- Complex
Omdat de leraar het belangrijk vond, deelde hij de informatie met de studenten.
- Present Tense
Wij mededelen het volgende aan de klas.
- Past Tense
Zij mededeelde gisteren het slechte nieuws.
- Future Tense
Wij zullen morgen het goede nieuws mededelen.
- Declarative
De manager mededeelt de wijzigingen aan het team.
- Interrogative
Wat gaat de leraar ons mededelen?
- Imperative
Mededeel ons wat er aan de hand is!
- Synonym
Hij maakte een aankondiging om het nieuws mededelen.
- Compound
Ik mededelen de nieuwtjes aan mijn collega's, en zij luisteren aandachtig.
- Future Tense
Over een week zal ik de resultaten mededelen aan het team.
- Imperative
Mededelen de tijd van de bijeenkomst aan je vrienden!
- Related Word
Het is belangrijk om de veranderingen goed uit te leggen, zodat iedereen het begrijpt.
- Context & Scenario
Ik mededeel mijn vrienden altijd belangrijke informatie.
- Context & Scenario
Met vrienden, mededeel je altijd de leukste nieuwtjes.
- Idiomatic
Laat het niet uit je hoofd; je moet deze informatie mededelen!
- Simple
Ik mededelen aan mijn vrienden dat we om 7 uur vertrekken.
- Present Tense
Zij deelt graag haar vakantiefoto's mededelen aan ons.
- Declarative
Je moet haar mededelen over de wijziging van het schema.
- Context & Scenario
Ik mededelen mijn ouders altijd als ik iets bijzonders meemaak.
- Context & Scenario
Laten we de nieuwe regels mededelen aan het team tijdens de vergadering.
- Context & Scenario
In de vergadering mededeelden we de nieuwe strategie.
- Related Word
Het is essentieel om de updates regelmatig te communiceren.
- Complex
Als de ontvangsten binnenkomen, wil ik iedereen mededelen dat het evenement is bevestigd.
- Past Tense
Hij deelde ons mee, dat zijn project is goedgekeurd.
- Interrogative
Wat ga je hen mededelen over de plannen?
- Context & Scenario
De leraar mededeelt de studenten de resultaten van de toets.
- Synonym
Hij informeert ons met veel enthousiasme over zijn reisplan.
- Idiomatic
Hij mededeelt altijd het laatste nieuws, omdat hij goed geïnformeerd is.
een boodschap doorgeven
(iemand vertelt een boodschap door)
Kun je haar vertellen dat ik later kom?
Hij vertelde de nieuwtjes uit de stad aan zijn vrienden.
- Simple
Zij geeft mij een boodschap over de vergadering.
- Compound
Hij geeft het nieuws door, maar zij heeft de boodschap niet ontvangen.
- Complex
De vrouw, die altijd de boodschappen doorgeeft, vertelde ons dat de bijeenkomst is uitgesteld.
- Present Tense
Ik geef hem een boodschap.
- Past Tense
Gisteren gaf ze hem een boodschap over de afspraak.
- Future Tense
Volgende week zal ik je de boodschap doorgeven.
- Declarative
Hij geeft altijd goede boodschappen door.
- Interrogative
Geef jij haar de boodschap?
- Imperative
Geef de boodschap snel door!
- Context & Scenario
Na de school is het belangrijk om de boodschap van de leraar aan je ouders door te geven.
- Complex
De leraar, die ons belangrijke informatie gaf, gaf uiteindelijk een boodschap door.
- Future Tense
Hij zal me morgen een boodschap doorgeven.
- Imperative
Geef de boodschap door aan de rest van het team!
- Context & Scenario
Bij het feest gaf hij een boodschap door aan de gasten over de tijd van het diner.
- Idiomatic
Het is van groot belang om de boodschap op tijd door te geven!
- Compound
Ik geef haar een boodschap door, en zij zal het aan de anderen vertellen.
- Present Tense
Hij geeft me elke dag een boodschap door.
- Interrogative
Geef je me een boodschap door als je hem ziet?
- Context & Scenario
In de les moest ik een boodschap doorgeven over de opkomst.
- Related Word
Hij heeft de informatie van zijn baas als een boodschap aan het team doorgegeven.
- Simple
Ik geef haar een boodschap door.
- Past Tense
Hij gaf me gisteren een boodschap door.
- Declarative
Zij geeft er de voorkeur aan om haar zakelijke boodschap door te geven via e-mail.
- Context & Scenario
Ik geef mijn boodschap door, zodat iedereen op de hoogte is.
- Synonym
Zij meldt belangrijke dingen aan ons, alsof zij de boodschap is.
- Idiomatic
Je moet de boodschap als een lopend vuurtje doorgeven.