Vertrekken
Verbwegrijden, afreizen, ergens heen gaan
(iemand vertrekt op reis)
Hij vertrekt morgen naar Spanje voor vakantie.
De trein vertrekt om drie uur van perron twee.
- Simple
Ik ga afreizen naar Amsterdam dit weekend.
- Complex
Hoewel ik moet werken, zal ik afreizen naar Amsterdam volgend weekend.
- Compound
Ik reis af naar Amsterdam, maar mijn vriend blijft hier.
- Present Tense
Ze reizen deze zomer af naar Frankrijk.
- Past Tense
Ze reisden vorig jaar af naar Italië.
- Future Tense
Ze zullen afreizen naar Duitsland voor de conferentie.
- Declarative
We gaan afreizen voor de vakantie.
- Interrogative
Ga jij ook afreizen naar het festival?
- Imperative
Reis af naar het festival in de stad!
- Context & Scenario
We reizen af naar het strand voor een ontspannen dag.
- Compound
Ik reis naar Amsterdam af en ga daar winkelen.
- Past Tense
Gisteren reisden ze naar de bergen.
- Declarative
Zij reist af naar familie in het buitenland.
- Context & Scenario
Na het werk reis ik af naar huis.
- Related Word
Hij vertrok met de auto, dus hij rijdt af naar zijn bestemming.
- Idiomatic
De wereld ligt aan je voeten; ga afreizen naar de mooiste plekken!
- Complex
Wanneer ik afreis naar Amsterdam, hoop ik dat het weer mooi is.
- Declarative
Het vliegtuig vertrekt om acht uur van het vliegveld.
- Imperative
Afreizen naar je bestemming kan soms spannend zijn!
- Context & Scenario
Laten we afreizen naar dat nieuwe restaurant vanavond!
- Idiomatic
Hij is zó blij dat hij eindelijk kan afreizen; het is zijn eerste avontuur!
- Complex
Als de regen stopt, reis ik af naar het strand.
- Future Tense
Volgende week zullen wij afreizen naar het buitenland.
- Imperative
Afreizen naar Limburg en geniet van de natuur!
- Context & Scenario
Tijdens het feest besloten vrienden af te reizen naar een concert.
- Interrogative
We gaan er met de trein op af, dus we moeten vroeg vertrekken.
- Present Tense
Zij reizen deze maand naar hun vrienden in België.
- Future Tense
Volgend jaar zal hij afreizen naar Japan voor zijn studie.
- Context & Scenario
Ik reis af naar de natuur om te ontspannen.
- Synonym
Een synonym van afreizen is vertrekken.
- Simple
Ik reis af naar Amsterdam voor een weekend.
- Present Tense
Hij reist af naar Groningen.
- Interrogative
Reizen jullie volgend jaar af naar Italië?
- Context & Scenario
In de zomer reizen we vaak af voor onze studie.
- Synonym
We reden af naar een andere stad voor het evenement.
- Simple
Ik ga afreizen naar Amsterdam voor het weekend.
- Compound
Ik ga afreizen naar Amsterdam, maar ik wil eerst mijn spullen pakken.
- Past Tense
Vorige week reisde ik naar de zee met mijn familie.
- Interrogative
Reis jij morgen af naar Amsterdam?
- Context & Scenario
Tijdens de les leren we over afreizen naar verschillende landen.
- Related Word
De reis naar de nieuwe stad was lang maar leuk, en ik heb veel herinneringen meegenomen.
een punt of een situatie achterlaten
(iemand vertrekt uit een plek)
Zij vertrok zonder iets te zeggen.
Hij moest vertrokken uit zijn huis vanwege de verbouwing.
- Compound
Ik laat mijn zorgen achter en geniet van het moment.
- Complex
Wanneer ik naar mijn nieuwe huis verhuis, laat ik het oude leven achter.
- Simple
Ik laat mijn zorgen achter wanneer ik op vakantie ga.
- Present Tense
Ik laat mijn vrienden achter als ik naar Amsterdam verhuis.
- Past Tense
Gisteren liet ik dat probleem achter me.
- Future Tense
Volgende week zal ik al mijn oude spullen achterlaten.
- Declarative
Hij laat zijn verleden achter om verder te gaan.
- Interrogative
Laat je de problemen echt achter als je vertrekt?
- Imperative
Laat die negatieve gedachten achter!
- Context & Scenario
Ik laat mijn werk achter en ga naar huis.
- Context & Scenario
In de klas laten we oude gewoontes achter en leren we samen.
- Context & Scenario
Tijdens het feest laten we de zorgen achter en genieten we van elkaars gezelschap.
- Synonym
Hij laat zijn verleden achter na de verhuizing naar een nieuwe stad.
- Idiomatic
Toen hij besloot om te stoppen met roken, liet hij de oude gewoonte achter zich.
- Related Word
Zij implementeert nieuwe ideeën om oude situaties achter te laten.
- Idiomatic
Ik ben blij dat ik het verleden achter me heb gelaten en vooruit kijk.
- Simple
Ik laat mijn zorgen achter.
- Present Tense
Hij laat zijn verleden achter.
- Future Tense
Hij zal zijn verleden achterlaten als hij naar zijn droomland trekt.
- Context & Scenario
Na een lange dag kan ik eindelijk mijn zorgen achterlaten.
- Context & Scenario
Ze liet haar slechte ervaringen in de oude school achter.
- Complex
Nadat ze de stad had verlaten, liet ze al haar problemen achter.
- Declarative
Zij laat haar twijfels achter.
- Imperative
Vergeet niet je zorgen achter te laten!
- Synonym
Het kost tijd om oude vriendschappen achter te laten.
- Idiomatic
Als je opstapt, laat dan alles achter jou, zoals het spreekwoord zegt: ‘Wat in het verleden ligt, moet verleden zijn.’
- Compound
Ik laat mijn zorgen achter, maar ik neem goede herinneringen mee.
- Past Tense
Hij liet zijn verleden achter toen hij naar een nieuwe stad verhuisde.
- Interrogative
Laat je problemen achter en kijk naar de toekomst?
- Context & Scenario
We hebben de vergadering afgesloten en willen alles wat er is besproken achterlaten.
- Related Word
Na mijn vakantie zal ik alle mijn stress achter me laten.
- Simple
Hij laat vaak problemen achter wanneer hij vertrekt.
- Past Tense
Zij liet haar zorgen achter in haar oude leven.
- Imperative
Laat alles achter en kom verder!
- Context & Scenario
Na de feestelijke avond, laat hij al zijn zorgen achter.
- Idiomatic
Hij is altijd iemand die zijn verleden achterlaat en verder gaat met zijn leven.
- Simple
Ik laat mijn zorgen achter bij de deur.
- Present Tense
Ze laat het verleden achter en begint een nieuw leven.
- Declarative
Ze achterlaat altijd een nette werkplek als ze vertrekt.
- Context & Scenario
Na een lange dag laat ik alle stress achter als ik thuis ben.
- Related Word
Hij verliet het gesprek zonder iets achter te laten.
- Compound
Ze liet de stad achter, maar haar vrienden blijven daar.
- Present Tense
Ik laat een oude situatie achter.
- Declarative
We moeten deze zorgen achterlaten voor een betere toekomst.
- Context & Scenario
Na een lange dag op kantoor, laat ik mijn werkstress achter.
- Synonym
De meeste mensen laten hun oude gewoonten achter.
- Complex
Als ik vertrek, laat ik een stressvolle situatie achter die me niet meer raakt.
- Past Tense
Hij liet zijn oude baan achter om voor zichzelf te beginnen.
- Interrogative
Laat jij de oude gewoontes achter?
- Context & Scenario
In het project moeten we oude ideeën achterlaten om ruimte te maken voor nieuwe.
- Synonym
Zij liet haar verleden achter toen ze naar Nederland verhuisde.
- Complex
Toen hij naar het buitenland verhuisde, liet hij veel herinneringen achter in Nederland.
- Future Tense
We zullen de moeilijke tijden achterlaten en vooruitkijken.
- Interrogative
Laat je problemen hier achter?
- Context & Scenario
Tijdens het schooljaar laat ik altijd mijn huiswerk achter in mijn tas.
- Related Word
Voordat we vertrekken, moeten we deze situatie achterlaten.
- Compound
Ik laat mijn spullen achter, maar ik kom snel terug.
- Future Tense
Ik zal alle negatieve gedachten achterlaten voordat ik ga slapen.
- Imperative
Laat je zorgen achter en geniet van het moment!
- Context & Scenario
Tijdens het feest laten ze hun angsten achter en dansen ze zonder zorgen.
- Idiomatic
Ze laten de oude tradities achter zich in de moderne wereld.
beginnen met een nieuwe fase of activiteit
(iemand vertrekt met een project)
Ze vertrokken met hun nieuwe bedrijf in de techsector.
De groep vertrekt met hun onderzoek naar duurzame energie.
- Simple
Hij begint met zijn nieuwe baan.
- Present Tense
Ik begin met het schrijven van mijn scriptie.
- Interrogative
Wanneer beginnen jullie met het nieuwe project?
- Context & Scenario
We leren hoe we moeten beginnen met teamwork in onze klas.
- Synonym
Hij start een nieuw avontuur.
- Complex
Als ik morgen met mijn nieuwe project begin, zal ik alles goed plannen.
- Future Tense
Volgende week zullen we beginnen met de training voor de marathon.
- Interrogative
Begin je met je nieuwe project binnenkort?
- Context & Scenario
Tijdens de bijeenkomst begon hij met het delen van zijn ideeën.
- Compound
Ze beginnen met hun nieuwe project, maar ze hebben hulp nodig.
- Future Tense
Volgende week zal zij beginnen met haar cursus Frans.
- Declarative
Ze beginnen met de voorbereiding voor het examen.
- Context & Scenario
Elke dag begin ik met een kop koffie.
- Related Word
Zij neemt de eerste stappen voor haar nieuwe carrière.
- Simple
Ik begin met het schrijven van mijn scriptie.
- Past Tense
Gisteren begonnen we met de bouw van het nieuwe kantoor.
- Imperative
Begin met het maken van een lijst van je doelen!
- Context & Scenario
We beginnen met een brainstormsessie in onze volgende vergadering.
- Related Word
Ik wil beginnen met het verbeteren van mijn Nederlands, dus ik neem extra lessen.
- Complex
De studenten, die enthousiast zijn, beginnen met hun stage in het buitenland.
- Past Tense
Gisteren begon ik met het leren van een nieuwe taal.
- Imperative
Begin met het verzamelen van informatie!
- Context & Scenario
Laten we beginnen met het plannen van ons feest!
- Idiomatic
Ze beginnen met een schone lei, klaar voor nieuwe uitdagingen.
- Compound
Ik begin met mijn studie, en ik hoop dat het me zal helpen in mijn carrière.
- Present Tense
We beginnen vandaag met de voorbereidingen voor het evenement.
- Declarative
De studenten beginnen met hun praktische opdrachten in het lab.
- Context & Scenario
Ik begin elke dag vroeg met werken.
- Synonym
Deze opstartfase voelt alsof ik aan een nieuw avontuur begin.
- Idiomatic
Daarnaast zal je vroeg moeten beginnen om de deadline te halen.
- Simple
We beginnen met het ontwerpen van de nieuwe website.
- Past Tense
Gisteren begonnen we met de nieuwe campagne voor ons product.
- Imperative
Begin met de voorbereidingen voor de presentatie!
- Context & Scenario
De studenten beginnen met hun stage in het buitenland.
- Related Word
We beginnen met de aanpassing van ons projectplan.
- Past Tense
Ze begonnen met hun kunstproject een jaar geleden.
- Interrogative
Ik begin dagelijks met mediteren om mijn dag goed te starten.
- Compound
We begonnen met het verbeteren van ons product, wat leidde tot meer tevreden klanten.
- Present Tense
Ik vind het spannend om met een nieuw project te beginnen.
- Imperative
Laten we beginnen met de eerste stap van ons plan.
- Past Tense
We hebben net begonnen met het verbeteren van de communicatie binnen ons team.
- Interrogative
Kun je je voorstellen hoe het zal zijn om met een nieuw project te beginnen?
- Complex
Wanneer we beginnen met de ontwikkeling van de app, moeten we goed plannen.
- Present Tense
Iedere maandag beginnen we onze vergaderingen om negen uur.
- Interrogative
Begin je met de training voor de marathon?
- Context & Scenario
In zijn nieuwe baan begint hij met veel verantwoordelijkheden.
- Present Tense
Hij begint met zijn nieuwe project volgende maand.
- Interrogative
Beginnen jullie met het organiseren van het evenement?
- Present Tense
Mijn team begint met een nieuwe marketingstrategie.
- Future Tense
Ze zullen morgen beginnen met het schilderen van de nieuwe muren.
- Present Tense
Ze zijn al begonnen met de voorbereidingen voor het festival.
- Complex
Na een lange voorbereiding begint het team eindelijk met de uitvoering van hun plan.
- Imperative
Begin met de basisprincipes voordat je verder gaat.
- Past Tense
De familie begon met het verhuizen naar hun nieuwe huis tijdens de zomer.
- Future Tense
Zij zullen morgen beginnen met het uitzetten van de plannen voor het nieuwe schooljaar.
- Compound
We beginnen met het project, en we hopen het snel af te ronden.
- Future Tense
Volgende week zullen we beginnen met de bouw van het nieuwe kantoor.
- Declarative
Ik begin met het schrijven van mijn thesis.
- Context & Scenario
Tijdens het weekend beginnen we vaak te ontspannen met een goed boek.
- Synonym
Onze start-up is begonnen als een klein idee.
- Idiomatic
Als je met iets nieuws begint, is het belangrijk om goed voorbereid te zijn.
- Future Tense
Wij zullen beginnen met het schrijven van ons rapport volgende week.
- Declarative
Hij begint altijd vroeg in de ochtend met werken.
- Imperative
Begin met het plannen van je volgende stappen!
- Complex
Tijdens de opleiding beginnen we met practicum om de theorie in de praktijk toe te passen.
- Complex
Hij had al eerder begonnen met zijn studie, maar nu is hij serieus aan het leren.
- Interrogative
Moet ik ook beginnen met het volgen van die cursus?
- Present Tense
De studenten zijn begonnen met hun stage per deze maand.
- Interrogative
Zullen we met deze activiteit beginnen voor de lunch?
- Declarative
Het is belangrijk om met de training te beginnen voor het evenement.
- Declarative
We moeten beginnen met het oplossen van de problemen binnen het team.
zich afzonderen van iets
(iemand vertrekt van een bijeenkomst)
Hij vertrekt vroeg van het feest om te rusten.
Zij vertrok voor een tijdje van de vergadering.
- Future Tense
Zij zal zich afzonderen van de drukte en in de tuin zitten.
- Past Tense
Hij heeft zich afzonderd van de groep om na te denken.
- Present Tense
Stefan besluit zich afzonderen van het feest.
- Interrogative
Waarom willen jullie je afzonderen van ons?
- Declarative
Ik wil me afzonderen van de chaos.
- Imperative
Afzonder je van het geluid en focus je op je werk!
- Context & Scenario
Tijdens het feestje besloot ze zich afzonderen in de slaapkamer.
- Synonym
Het is soms goed om je van anderen af te zonderen en tot jezelf te komen.
- Related Word
Hij afzondert zich vaak in zijn kantoor om productiever te zijn.
- Idiomatic
Hij koos ervoor om zich tussen de drukte van het feest even alleen te afzonderen, want je moet soms even alleen zijn.
- Compound
Ik wil me afzonderen, maar mijn vrienden willen blijven.
- Past Tense
Gisteren had ik de behoefte om me van de groep afzonderen.
- Interrogative
Waarom afzondert hij zich zo vaak?
- Context & Scenario
In de klas moeten we ons soms afzonderen voor een examen.
- Related Word
Het is belangrijk om ook momenten van afzondering in je leven te hebben.
- Compound
Hij besloot zich van de bijeenkomst afzonderen, maar zijn vrienden bleven.
- Declarative
Hij vond het noodzakelijk om zich te afzonderen na de drukke week.
- Interrogative
Waarom wil je je van de anderen afzonderen?
- Context & Scenario
In de klas, als het te rumoerig is, afzonder ik me vaak van de anderen.
- Idiomatic
Hij voelt zich vaak opgelucht als hij zich even afzondert van de drukte; een adempauze is soms nodig.
- Complex
Toen hij zich afschermde van de drukte, voelde hij zich meteen beter.
- Future Tense
Morgen zal zij zich afzonderen van de anderen.
- Imperative
Afzonder je nu voor een tijdje!
- Synonym
Ze kiezen ervoor om zich opnieuw af te zonderen van de drukte.
- Complex
Zij voelt zich soms te moe en moet zich van anderen afzonderen om haar energie terug te krijgen.
- Future Tense
Morgen zal ik me van de discussiegroep afzonderen om te reflecteren.
- Context & Scenario
Na een lange werkdag heb ik behoefte om me even te afzonderen.
- Context & Scenario
Tijdens een presentatie kan het nuttig zijn om je voor een korte tijd te afzonderen voor een betere focus.
- Simple
Ik ga me even afzonderen om na te denken.
- Present Tense
Zij afzonderen zich vaak in de natuur.
- Declarative
Hij afzondert zich van sociale media.
- Context & Scenario
Na het lange werk besloot ik me in mijn kamer afzonderen.
- Context & Scenario
Tijdens het feest besloot hij zich even af te zonderen om op te laden.
- Idiomatic
Ik kan niet wachten om even aan de drukte te ontsnappen en me afzonderen.
- Simple
Ik afzonder me van de groep om een boek te lezen.
- Present Tense
Elke keer als ik gestresst ben, afzonder ik me van de drukte.
- Past Tense
Gisteren droeg ik het idee om me even van de anderen afzonderen voor het eerst uit.
- Imperative
Afzonder je van de groep als je je overweldigd voelt!
- Synonym
Soms noemen mensen het alleen zijn ook als zich afzonderen.
- Related Word
Als je je wilt concentreren, kun je het beste afzonderen van afleiding.
- Simple
Hij besloot zich af te zonderen van het feest.
- Past Tense
Hij heeft zich gisteren van de bijeenkomst afzonderd.
- Interrogative
Zal zij zich van de groep afzonderen?
- Context & Scenario
Als we met vrienden zijn, kiest hij er soms voor zich af te zonderen.
- Idiomatic
Je moet af en toe afstand nemen om helder te kunnen nadenken, dat is goed voor iedereen.
- Complex
Als hij zich afzondert van de groep, kan hij beter nadenken over zijn ideeën.
- Present Tense
Zij afzondert zich vaak om tot zichzelf te komen.
- Declarative
Hij afzondert zich van de chaos.
- Context & Scenario
Na een lange dag wil ik me gewoon even afzonderen en ontspannen.
- Context & Scenario
Tijdens de vergadering merkte hij dat hij zich moest afzonderen om beter te kunnen focussen.
- Related Word
Hij koos ervoor om alleen te zijn, want hij had behoefte aan afzondering.
- Compound
Ze sluit zich af van de discussie, maar blijft in de buurt.
- Future Tense
Morgen zal zij zich afzonderen van het team voor wat tijd voor zichzelf.
- Imperative
Afzonder je van andere mensen als je rust nodig hebt!
- Related Word
Hij kan soms een beetje introvert zijn en zich afzonderen van de rest.