Vlakbij
Adverbop een korte afstand, dichtbij
(Er is iets vlakbij het huis)
De supermarkt is vlakbij, ik kan er te voet naartoe gaan.
We wonen vlakbij het park, waar de kinderen graag spelen.
- Simple
De school is dichtbij.
- Compound
De bank is dichtbij en de winkel is ook niet ver weg.
- Complex
De mensen die hier wonen, hebben alles dichtbij.
- Present Tense
Ik woon op een korte afstand van het station.
- Past Tense
Gisteren was de bibliotheek dichtbij gesloten.
- Declarative
De supermarkt is dichtbij het huis.
- Interrogative
Is er een restaurant dichtbij dit hotel?
- Context & Scenario
Ik ga altijd naar het park, het is dichtbij mijn huis.
- Context & Scenario
De leraar heeft een klas dichtbij de kantine.
- Context & Scenario
We hebben een feestje in de tuin, het is gezellig dichtbij.
- Related Word
De dichtstbijzijnde parkeerplaats is altijd vol.
- Idiomatic
Je hoeft niet ver te lopen, het is om de hoek, dat is de sprong in het diepe voor jou.
- Complex
Het café, dat net om de hoek is, is altijd druk.
- Compound
Het café is dichtbij, maar de bibliotheek is verder weg.
- Present Tense
Ik zie het restaurant op korte afstand van hier.
- Future Tense
Morgen zal er een festival plaatsvinden op een korte afstand van het centrum.
- Interrogative
Is het park dichtbij?
- Imperative
Ga naar het restaurant dat dichtbij is!
- Context & Scenario
Ik loop vaak naar de supermarkt die dichtbij is.
- Future Tense
Morgen zal het park dichtbij onze nieuwe woning zijn.
- Imperative
Loop naar de bakker, het is dichtbij.
- Synonym
De apotheek ligt dichtbij de huisarts.
- Simple
Het café is dichtbij.
- Past Tense
Gisteren was er een markt op een korte afstand van mijn huis.
- Declarative
De winkel is dichtbij.
in de nabijheid van iets
(Iets is vlakbij van waar je bent)
Vlakbij de school is er een mooi café.
Het ziekenhuis ligt vlakbij het centrum van de stad.
- Compound
De supermarkt ligt in de nabijheid van ons huis, en het is altijd druk.
- Past Tense
Gisteren was er een park in de nabijheid van ons hotel.
- Interrogative
Is er een bank in de nabijheid van het station?
- Context & Scenario
De leraar vertelde ons over de nabijheid van het natuurgebied.
- Related Word
Het café, dat dicht bij de universiteit ligt, is populair onder studenten.
- Compound
De supermarkt is in de nabijheid van mijn huis, en de bakker is er ook dichtbij.
- Past Tense
Gisteren was er een restaurant in de nabijheid van het museum.
- Interrogative
Is er een restaurant in de nabijheid van het hotel?
- Context & Scenario
Tijdens de vergadering zaten we in de nabijheid van elkaar.
- Context & Scenario
Het is altijd goed om in de nabijheid van vrienden te zijn.
- Idiomatic
Zij woont bij ons in de nabijheid, je kunt haar gemakkelijk zien.
- Complex
De supermarkt, die in de nabijheid van ons huis ligt, is altijd open.
- Future Tense
Morgen zal er een markt in de nabijheid van ons huis zijn.
- Imperative
Zoek naar een parkeerplaats in de nabijheid van het plein.
- Context & Scenario
We ontmoeten elkaar in de nabijheid van de koffieautomaat.
- Idiomatic
Wat vlakbij ligt, is vaak niet eens opgemerkt, net zoals de nabijheid van uitstekende restaurants in deze buurt.
- Simple
De supermarkt is in de nabijheid van mijn huis.
- Present Tense
Ik zie een park in de nabijheid van het gebouw.
- Declarative
De trein stopt in de nabijheid van het station.
- Context & Scenario
Ik ga vaak wandelen in de nabijheid van het park.
- Related Word
We hebben de nabijheid van verschillende faciliteiten in de buurt onderzocht.
- Simple
De supermarkt bevindt zich in de nabijheid van onze woning.
- Present Tense
Ik heb altijd alles in de nabijheid van mijn computer.
- Declarative
Het restaurant ligt in de nabijheid van het Museum.
- Context & Scenario
Ik loop elke dag in de nabijheid van het meer.
- Synonym
Deze winkel ligt in de nabijheid van de bibliotheek, waardoor het handig is om boeken te lenen.
- Complex
De supermarkt, die in de nabijheid van mijn huis ligt, heeft veel verse producten.
- Future Tense
Morgen wil ik een koffie drinken in de nabijheid van het strand.
- Imperative
Zoek de informatie in de nabijheid van de ingang!
- Synonym
Het pand is dicht bij de rivier en in de nabijheid van andere gebouwen.
gering in afstand of verschil
(Er is een klein verschil vlakbij)
De verschillen tussen de twee huizen zijn vlakbij te zien.
Die twee bloemen lijken vlakbij gelijk, maar zijn toch anders.
- Compound
Dit verschil is klein, maar het maakt het ontwerp beter.
- Simple
Er is weinig verschil tussen deze twee kleuren.
- Present Tense
De afstand is niet groot, dus het verschil is verwaarloosbaar.
- Past Tense
Ik heb het verschil tussen de twee stoffen gisteren gemerkt.
- Declarative
Dit is een gering verschil in waarde.
- Imperative
Merk op dat er een verschil is in de afmetingen.
- Context & Scenario
In mijn dagelijkse leven zie ik een klein verschil in prijs tussen de winkels.
- Context & Scenario
We kunnen het verschil in meningen herkennen tijdens sociale bijeenkomsten.
- Synonym
De nuance in hun argumenten maakt het verschil duidelijk.
- Idiomatic
Het is soms moeilijk om het verschil te zien tussen de waarheid en een leugen.
- Complex
Hoewel er een klein verschil is, kunnen mensen het meestal niet opmerken.
- Future Tense
Morgen zal ik het verschil tussen de twee routes uitleggen.
- Interrogative
Is er echt een verschil tussen deze twee voorstellen?
- Context & Scenario
Tijdens de vergadering bespraken we het verschil tussen de oude en nieuwe procedure.
- Related Word
Dit kleine verschil kan grote gevolgen hebben.
- Compound
Er is een klein verschil in kleur, maar de textuur is hetzelfde.
- Future Tense
Straks zal ik het verschil uitleggen aan de studenten.
- Declarative
Het verschil tussen deze twee producten is opmerkelijk.
- Context & Scenario
Ik zie een klein verschil in de manier waarop ze beide praten.
- Synonym
De nuances tussen deze meningen vormen een belangrijk verschil.
- Complex
Het verschil, dat moeilijk te zien is, bevindt zich vlakbij de ingang.
- Past Tense
Ik merkte eerder een klein verschil op in de temperatuur.
- Interrogative
Zie je het verschil tussen deze twee schilderijen?
- Context & Scenario
Tijdens het feest merkten we het verschil in hoe iedereen zich gedroeg.
- Idiomatic
Er is een groot verschil tussen willen en kunnen, zoals ze zeggen.
- Simple
Er is een klein verschil in kleur.
- Present Tense
Dit verschil is belangrijk voor de wetenschap.
- Imperative
Let goed op het verschil!
- Context & Scenario
In de klas bespreken we het verschil tussen theorie en praktijk.
- Related Word
Het verschil in perspectief leidde tot een interessante discussie.