Voorbereiden

Verb
1
Compound
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Idiomatic
Groep mensen die voorbereidingen treffen voor een feestelijke viering in een tuin
Voorbereidingen voor een feest in een Nederlandse tuin
Groep mensen die voorbereidingen treffen voor een feestelijke viering in een tuin
2
Simple
Future Tense
Imperative
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Compound
Past Tense
Interrogative
Een persoon die een vakantie plant met een gedetailleerde kaart en een kalender vol notities, omringd door surrealistische en geometrische elementen zoals een wenteltrap.
Vakantie planning in surrealistische geometrische stijl
Een persoon die een vakantie plant met een gedetailleerde kaart en een kalender vol notities, omringd door surrealistische en geometrische elementen zoals een wenteltrap.
3
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Future Tense
Imperative
Synonym
Een jonge vrouw studeert chaotisch aan een kleurrijke bureau vol boeken en notities, omringd door vrienden die haar aanmoedigen.
Studeren voor je examen: chaos en concentratie
Een jonge vrouw studeert chaotisch aan een kleurrijke bureau vol boeken en notities, omringd door vrienden die haar aanmoedigen.