Wanneer

Conjunction
1
Compound
Simple
Complex
Abstracte schilderij van schoolbel moment
Abstracte Schoolbel Schilderij: Einde Schooldag
Abstracte schilderij van schoolbel moment
2
Complex
Future Tense
Simple
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Een kantoor met een vintage telefoon op een bureau, avondschemering buiten
Kantoor met Vintage Telefoon en Avondschemering
Een kantoor met een vintage telefoon op een bureau, avondschemering buiten
3
Complex
Present Tense
Compound
Future Tense
Declarative
Synonym
Simple
Past Tense
Interrogative
Synonym
Idiomatic
Imperative
Related Word
Een moderne vergaderruimte met mensen die op een klok of telefoon kijken, met de vraag 'Hoe laat begint de vergadering?' op een scherm.
Moderne vergaderruimte met tijdsverwachting
Een moderne vergaderruimte met mensen die op een klok of telefoon kijken, met de vraag 'Hoe laat begint de vergadering?' op een scherm.
4
Compound
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Complex
Past Tense
Declarative
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Future Tense
Context & Scenario
Related Word
Een oude, sprookjesachtige klaslokaal met een student die een presentatie oefent voor houten speelgoed publiek, een schoolbord toont 'oefening baart kunst'.
Sprookjesachtig klaslokaal in vintage stijl voor educatie
Een oude, sprookjesachtige klaslokaal met een student die een presentatie oefent voor houten speelgoed publiek, een schoolbord toont 'oefening baart kunst'.
5
Complex
Complex
Complex
Complex
Complex
Complex
Complex
Complex
Complex
Complex
Jonge student studeert aan bureau in elegante kamer met speelgoed op de achtergrond
Studerende Student in Elegante Kamer
Jonge student studeert aan bureau in elegante kamer met speelgoed op de achtergrond