Wanneer
ConjunctionBasic Usage
subordinating - “wanneer” geeft aan dat iets op hetzelfde moment gebeurt als iets anders
Usage Patterns
Temporal clause
"Ik lees een boek, wanneer het rustig is."
[Hoofdzin], wanneer [bijzin]. - "Wanneer" wordt gebruikt om een tijdstip of moment aan te geven.
Conditional clause
"Wanneer je klaar bent, gaan we weg."
Wanneer [bijzin], [hoofdzin]. - Kan ook gebruikt worden als een voorwaardelijke bijzin, vergelijkbaar met "als" en "indien".
Word Order
Bijwoordelijke bijzin - Veld 1 van de hoofdzin
"Wanneer ik tijd heb, bezoek ik mijn grootouders."
In het geval van een bijwoordelijke bijzin, komt het werkwoord van de hoofdzin na het onderwerp.
Volgorde bij direct gebruik - Veld 2 van de hoofdzin
"Ik bezoek mijn grootouders wanneer ik tijd heb."
De bijzin kan direct na de hoofdzin volgen; de werkwoordvolgorde is normaal voor de hoofdzin.
Common Combinations
als
"Wanneer het donker is, maak ik de lamp aan."
"Wanneer" is uitwisselbaar met "als" voor zowel tijd als voorwaarde, maar is formeler dan "als".
Important Notes
- syntax:"Wanneer" beïnvloedt de woordvolgorde. In de bijzin komt het werkwoord op de laatste plaats.
- register:"Wanneer" is formeler dan "als" en wordt vaak in geschreven taal gebruikt.