Wanneer

Adverb

←→

💡'Wanneer' gebruik je om naar een tijdstip te vragen of te verwijzen.

wanneer

"Wanner komt Bas morgen naar huis?"

initial
"Wanneer begint de les?"
Legt nadruk op het moment van de actie.
mid
"Ik weet niet wanneer de trein vertrekt."
Beklemtoont de onzekerheid over het tijdstip.
end
"Weet je het? Wanneer?"
Benadrukt nieuwsgierigheid of urgentie, vaak in informele gesprekken.

"NA"

Er zijn geen vergelijkende vormen van 'wanneer', omdat het een tijdsaanduidend bijwoord is.

"NA"

Er is geen overtreffende trap van 'wanneer' aangezien het geen gradatie kent.

with "morgen"
"Wanneer komt Bas morgen thuis?"
'Wanneer' wordt vaak gepaard met tijdsaanduidingen zoals 'morgen' om naar de toekomst te vragen.
with "dan"
"Wanneer ben je klaar? Dan kunnen we gaan."
'Wanneer' kan gevolgd worden door 'dan' om een volgorde van gebeurtenissen aan te geven.

als
"Als het regent, blijven we binnen."
'Als' wordt vaak gebruikt in plaats van 'wanneer' in voorwaardelijke zinnen.
zodra
"Zodra hij thuiskomt, begint het feest."
'Zodra' legt de nadruk op het onmiddellijke begin van een actie.

usage:'Wanneer' wordt gebruikt om tijd aan te geven of om naar een tijdstip te vragen.
position:De plaatsing van 'wanneer' kan de nadruk in een zin veranderen.