Week

Adjective

Attributive Forms

💡Als je zegt 'de weke appel', gebruik je 'weke' voor het zelfstandig naamwoord om te laten zien dat iets zacht van structuur is.

With Definite Article
weke
"De weke appel is niet lekker meer."
With Indefinite Article
weke
"Ik heb een weke perzik gegeten."
Without Article
week
"Dit fruit is week."

Predicative Form

💡Na een werkwoord zoals 'zijn' gebruik je 'week': De appel is week.

week
"De banaan is week."

Comparative

💡Als je twee dingen vergelijkt, zeg je 'weker': Deze kussen is weker dan die andere.

Base Form
weker
"Dit kussen is weker dan dat kussen."
With "dan"
weker dan
"De grond is weker dan gisteren door de regen."

Superlative

💡Het meest zachte of weeke zeg je met 'weekste': Dit is de weekste kussen die ik heb gevoeld.

Attributive
weekste
"Dit is de weekste boterham die ik ooit heb gezien."
Predicative
weekst
"De pudding is het weekst van allemaal."

Important Notes

  • usage:'Week' als bijvoeglijk naamwoord betekent zacht van structuur. Het blijft hetzelfde in attributieve vormen voor zowel de 'de' als 'het' woorden.
  • usage:Bij sommige constructies kan 'weke' in de uitspraak als 'weke' of 'weker' worden uitgesproken, afhankelijk van persoonlijke voorkeuren of dialect.