Wel
deCommon Nounkleine golf of opbolling van water
(een wel ontstaat in het wateroppervlak door beweging of wind)
Een klein welletje verscheen toen de steen in het water viel.
De wind maakte welletjes op het meer.
- Complex
Wanneer de wind opsteekt, ontstaan er welletjes op het wateroppervlak.
- Future Tense
Morgen zullen er welletjes op de rivier zijn door de sterke stroming.
- Imperative
Kijk naar de welletjes op het meer!
- Idiomatic
In het kabbelen van het water klinkt een rustgevend ritme.
- Past Tense
Gisteren hadden de vissen gespeeld, en welletjes waren gevormd.
- Interrogative
Zal het vallen van een blad een welletje maken?
- Compound
De boot vaart over het water, en kleine welletjes vormen zich.
- Simple
Er vormen zich welletjes in de vijver.
- Past Tense
Er waren welletjes in het zwembad na de plons.
- Interrogative
Zal de wind vandaag weer welletjes maken op de zee?
- Related Word
Ik zie vaak welletjes in de sloot na een storm.
- Present Tense
Elke ochtend kan ik kleine welletjes op het meer zien.
- Related Word
Na regen vormen zich vaak welletjes op het asfalt.
- Present Tense
Er zijn nu welletjes te zien op het water.
- Declarative
Er zijn welletjes op de vijver vanaf vanochtend.
- Synonym
Kleine rimpelingen van het water maakten een fijn geluid in de ochtend.
- Future Tense
Zij zal op zaterdag de kleine welletjes vanaf de boot bekijken.
- Idiomatic
Boem, een steen en welletjes ontstaan!
een bron of plek waar water uit de grond komt
(een wel in het bos ontdekt)
We hebben een oude wel in het bos ontdekt.
Een wel voorziet het gehele dorp van vers water.
- Compound
De wel is klein, maar ze geeft veel water.
- Present Tense
Er is water in de wel.
- Future Tense
Er zal water uit de wel komen.
- Interrogative
Komt er water uit de wel?
- Imperative
Haal water uit de wel!
- Context & Scenario
De geologieklas bezoekt morgen een wel in het bos.
- Synonym
Er is een put met heerlijk bronwater.
- Simple
Er stroomt water uit de wel.
- Past Tense
Er was water in de wel.
- Declarative
De wel geeft helder water.
- Context & Scenario
Ik haal elke ochtend water uit de wel.
- Context & Scenario
Tijdens onze wandeling in het bos, stuitten we op een verborgen wel.
- Idiomatic
Hij vond de wel die zijn dorst kon lessen als een druppel op een gloeiende plaat.
- Complex
De wel, die we gisteren ontdekt hebben, bevat veel water.
- Related Word
De fontein in het park is een bron van schoon water.
verhoogde heuvel of knobbeltje in een oppervlak
(een wel in een oppervlak zoals een deken of een tapijt)
Er zat een wel in het tapijt waar we steeds over struikelden.
Ze maakte het bed op zodat er geen welletjes meer waren.
- Compound
Compound Sentence: "Er is een heuvel in het tapijt, en ik blijf er steeds over struikelen."
- Past Tense
Past Tense: "Er zat gisteren een heuvel onder de deken."
- Imperative
Imperative: "Maak het kleed glad en verwijder de heuvel."
- Related Word
Work/School: "Tijdens de presentatie op school struikelde hij over een heuvel in het podiumtapijt."
- Related Word
Related Word: "Het kleed ligt niet recht vanwege een oneffenheid."
- Complex
Complex Sentence: "Als je goed kijkt, zie je een heuvel in het kleed dat makkelijk over het hoofd wordt gezien."
- Simple
Simple Sentence: "Er is een kleine heuvel in het tapijt."
- Present Tense
Present Tense: "Er zit een heuvel in het vloerkleed."
- Interrogative
Interrogative: "Is er een heuvel in het kleed dat zorgt voor de oneffenheid?"
- Related Word
Social Situations: "Tijdens het feest viel er iemand over de heuvel in het tapijt."
- Idiomatic
Incorporating Idiomatic Expressions: "De heuvel in het tapijt werd een struikelblok."
- Future Tense
Future Tense: "Er zal een nieuwe heuvel in de deken verschijnen na het wassen."
- Declarative
Declarative: "Er is een grote heuvel onder de tapijt."
- Related Word
Everyday Life: "Onder mijn voeten voelde ik een heuvel in het tapijt."
- Synonym
Synonym: "Er was een bobbel in het tapijt."
een lichamelijke aandoening of wondje
(een wel op de huid voelen)
Na het vallen had hij een grote wel op zijn knie.
Ze kreeg een wel op haar voorhoofd na de botsing.
- Complex
Hoewel de wond leek te genezen, blijft de aandoening toch aanwezig.
- Present Tense
Hij lijdt aan een langdurige aandoening.
- Declarative
De dokter zei dat het een simpele aandoening is.
- Simple
Elke dag verzorgt hij zijn huid om geen aandoening te krijgen.
- Synonym
De ziekte of aandoening zou snel behandeld moeten worden.
- Compound
Hij had een aandoening, en zijn arts gaf hem medicijnen.
- Past Tense
Ze ontwikkelde een huidziekte na de zomer.
- Interrogative
Heb je een professionele behandeling nodig voor deze aandoening?
- Past Tense
Tijdens de les legde de docent uit hoe aandoeningen worden behandeld.
- Related Word
De infectie had zich verspreid als een gevolg van de aandoening.
- Simple
Ze heeft een lichte aandoening van de huid.
- Future Tense
Ik zal een arts bezoeken voor mijn aandoening.
- Imperative
Neem tijdig contact op met een specialist voor je aandoening!
- Present Tense
In sociale situaties praat hij openhartig over zijn aandoening.
- Idiomatic
Dat is pas een aandoening waar je mee zit opgescheept!