Zelfstandig

Adjective

Attributive Forms

💡Als je zegt 'de zelfstandige werknemer' of 'een zelfstandige onderneming', gebruik je 'zelfstandige' vóór het zelfstandig naamwoord.

With Definite Article
de zelfstandige
"De zelfstandige werknemer werkt vaak thuis."
With Indefinite Article
een zelfstandige
"Een zelfstandige kan zijn eigen uren bepalen."
Without Article
zelfstandig
"Zelfstandig zijn is belangrijk voor veel mensen."

Predicative Form

💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'zelfstandig': Hij is zelfstandig.

zelfstandig
"Hij is zelfstandig en kan goed voor zichzelf zorgen."

Comparative

💡Je gebruikt 'zelfstandiger' als je twee dingen of mensen vergelijkt. Bijvoorbeeld: 'Zij is zelfstandiger dan hij.'

Base Form
zelfstandiger
"Zij is zelfstandiger dan haar zus."
With "dan"
zelfstandiger
"Hij is zelfstandiger dan zij."

Superlative

💡Bij de superlative gebruik je 'de zelfstandigste' om het hoogste niveau aan te geven. Bijvoorbeeld: 'Hij is de zelfstandigste in zijn klas.'

Attributive
de zelfstandigste
"Hij is de zelfstandigste van ons team."
Predicative
zelfstandigst
"Jij bent het zelfstandigst van allemaal."

Important Notes

  • usage:'Zelfstandig' wordt vaak gebruikt voor mensen die zelfstandig kunnen leven of werken.
  • irregular:In de vergrotende trap is 'zelfstandig' iets anders dan de meeste bijvoeglijke naamwoorden omdat het ook soms in dezelfde vorm kan komen voor vrouwelijke woorden.