Zout
deAdjectiveAttributive Forms
💡Als je zegt 'de zoute soep' of 'een zoute snack', gebruik je 'zoute' voor het zelfstandig naamwoord.
- With Definite Article
- de zoute
- "De zoute soep is heerlijk."
- With Indefinite Article
- een zoute
- "Ik heb een zoute snack gekocht."
- Without Article
- zout
- "Zout is belangrijk voor je lichaam."
Predicative Form
💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'zout': De soep is zout.
Comparative
💡Voor de vergrotende trap gebruik je 'zouter': De chips zijn zouter dan de crackers.
- Base Form
- zouter
- "Deze chips zijn zouter dan die andere."
- With "dan"
- zoutere
- "Dit gerecht is zoutere dan dat gerecht."
Superlative
💡De overtreffende trap is 'zoutste': Dit is de zoutste soep die ik ooit heb gegeten.
- Attributive
- de zoutste
- "Hij is de zoutste van alle soepen."
- Predicative
- zoutste
- "Deze soep is de zoutste."
Important Notes
- usage:Het woord 'zout' kan zowel voor als na een werkwoord geplaatst worden.
- spelling:Let op dat je 'zout' en 'zouter' correct schrijft.