Hun
deCommon NounEen specifiek soort van een groep willekeurige jongens of mannen in een groep; ook wel gebruikt als verwijzing naar een groep die zich gezamenlijk presenteert.
(Een groep jonge mannen of jongens in de buurt, vaak in het meervoud of als wegnemer van specifieke belangen.)
Hun waren de eerste die arriveerden op het feest.
Ondanks hun diverse achtergronden, kwamen hun ideeën samen.
- Complex
De groepsidentiteit, die is gevormd door hun gezamenlijke ervaringen, is belangrijk voor hen.
- Past Tense
Zij ontwikkelden hun groepsidentiteit tijdens de vakantie.
- Imperative
Ontwikkel een sterke groepsidentiteit met je vrienden!
- Context & Scenario
Op school hebben ze hun groepsidentiteit versterkt door samen te werken aan projecten.
- Related Word
De identiteit van de groep was duidelijk zichtbaar tijdens het evenement.
- Compound
Hun groepsidentiteit is sterk, en zij delen veel gezamenlijke interesses.
- Present Tense
Veel jongens vinden een gevoel van groepsidentiteit.
- Interrogative
Hebben jullie een sterke groepsidentiteit?
- Context & Scenario
Tijdens het feest hebben ze hun groepsidentiteit gepresenteerd aan anderen.
- Idiomatic
Ze hebben het gevoel dat ze samen sterker zijn, een echte groep die elkaar steunt.
- Simple
Hun groepsidentiteit is sterk.
- Future Tense
In de toekomst zal hun groepsidentiteit nog sterker worden.
- Declarative
Hun groepsidentiteit maakt hen een hechte groep.
- Context & Scenario
De jongens voelen zich veilig binnen hun groepsidentiteit.
- Synonym
Hun samenhorigheid is een belangrijke aspect van hun groepsidentiteit.
Een vorm van informeel en plagerig gebruik voor een negatieve reflectie over een groep; vaak als een soort stereotype.
(Een plagerige of groeps-specifieke benaming, in een meer negatieve of humoristische zin.)
Je kunt altijd rekenen op hun voor wat vermaak.
Hun denken dat ze alles weten, maar dat valt wel mee.
- Simple
Hij maakte een plagerige opmerking over de studenten uit de stad.
- Compound
Ze zijn altijd plagerig tegen ons, maar dat maakt het juist leuk.
- Complex
De plagerige grappen die ze over ons maken, zorgen ervoor dat we ons toch een beetje ongemakkelijk voelen.
- Present Tense
Ik vind het plagerig als ze zeggen dat we traag zijn.
- Past Tense
Gisteren was hij plagerig tegen zijn vrienden op het feest.
- Future Tense
Morgen zal ze plagerige opmerkingen maken tijdens de meeting.
- Declarative
Ze maakt plagerige opmerkingen over mijn accent.
- Interrogative
Zullen ze plagerig blijven doen tegen de nieuwelingen?
- Context & Scenario
Mijn vrienden maken vaak plagerige grapjes wanneer we samen zijn.
- Imperative
Wees niet te plagerig als je met hen praat.