Een
Numeralgetal dat de hoeveelheid eenheid aangeeft
(gebruik bij het praten over een enkele hoeveelheid)
Ik heb maar één appel meer over.
Ze heeft één kat als huisdier.
- Compound
Ik wil één boek lezen, maar ik heb nog geen tijd.
- Past Tense
Gisteren kocht ik slechts één bloem.
- Declarative
Er is maar één weg naar huis.
- Interrogative
Heb je maar één sleutel meegenomen?
- Context & Scenario
Voor het werk project moeten we één presentatie maken.
- Idiomatic
Eén zwaluw maakt nog geen zomer.
- Simple
Er staat nog maar één kop koffie klaar.
- Present Tense
Ik eet één banaan per dag.
- Future Tense
Ik zal hem één vraag stellen.
- Imperative
Pak één stuk speelgoed uit de doos.
- Context & Scenario
Ik drink elke dag één kopje thee.
- Synonym
Hij heeft een enkele auto in plaats van meerdere voertuigen.
- Complex
De hoeveelheid suiker, die één kilogram was, is bijna op.
- Context & Scenario
Ik sprak gisteravond met één vriend op het feestje.
- Related Word
Iedereen kreeg één exemplaar van het boek.
het getal dat volgt op nul
(aantal of hoeveelheid)
Hij heeft maar één zus.
We hebben één taart besteld voor het feest.
- Simple
Het getal één is een cijfer.
- Past Tense
Gisteren kocht ik één boek.
- Imperative
Pak één koekje uit de trommel!
- Complex
Tijdens onze vergadering kwam slechts één iemand op tijd.
- Synonym
Zij heeft maar één broer en die woont in Utrecht.
- Complex
Hoewel het getal één simpel lijkt, heeft het diepere betekenis in de numerologie.
- Future Tense
Morgen zal ik één kop koffie bestellen.
- Declarative
Er zijn één pond appels.
- Simple
Ik heb maar één paar schoenen.
- Related Word
Hij heeft slechts één vriend en die woont in Amsterdam.
- Compound
Het getal één is klein, maar het kan toch belangrijk zijn.
- Present Tense
Ik heb één appel.
- Interrogative
Heb je één pen voor mij?
- Compound
Ik heb één pen nodig voor mijn werk, want de andere is leeg.
- Idiomatic
Een goed begin is het halve werk, net als één stap de start kan zijn van een lange reis.
onbepaald lidwoord, duidt op iets of iemand van een bepaalde soort
(onbepaald in aantal of soort)
Ik zag een hond in de tuin lopen.
Zij zoekt een baan in de marketing.
- Compound
Het is een mooi boek, maar het is jammer dat de kaft beschadigd is.
- Present Tense
Hij eet elke ochtend een broodje met kaas.
- Declarative
Een kat loopt over het dak.
- Context & Scenario
Ik drink elke dag een kopje koffie.
- Synonym
Er is daar een gebouw dat op een toren lijkt.
- Idiomatic
Hij beschikt over een vinger in de pap.
- Complex
Een verhaal dat je raakt, blijft vaak langer in je herinnering.
- Past Tense
Gisteren kocht ik een schilderij.
- Imperative
Koop een krant voor me.
- Context & Scenario
Hij moet een rapport schrijven voor school.
- Related Word
Ze vond een bloem in het park.
- Simple
Ik heb een kat gezien.
- Future Tense
Morgen ga ik een nieuwe telefoon kopen.
- Interrogative
Heb je een goede film gezien?
- Context & Scenario
We organiseren een feestje.
onbepaald lidwoord dat een enkel iets of iemand beschrijft
(gebruik om een willekeurige of afzonderlijke zaak of persoon aan te duiden)
Ik zag een vogel op het dak zitten.
Hij heeft een boek geschreven over zijn reizen.
- Simple
Een kat liep door de tuin.
- Past Tense
Gisteren vond ik een munt op straat.
- Interrogative
Heb je een probleem met de computer?
- Idiomatic
Een onverwachte vriend is in nood.
- Complex
Hij vertelde me een verhaal dat ik nog nooit had gehoord.
- Complex
Een man die ik helemaal niet kende, vroeg me de weg naar het station.
- Present Tense
Ik heb een pen in mijn tas.
- Declarative
Een vogel zit op de tak.
- Related Word
Ik kocht een fles water in de supermarkt.
- Simple
Een hond blafte in de straat.
- Imperative
Vergeet niet een jas mee te nemen als het gaat regenen.
- Compound
Ik kocht een fiets, maar ik moet er nog lichten op zetten.
- Future Tense
Ik zal morgen een taart bakken.
- Imperative
Neem een paraplu mee!
- Imperative
Breng een onderwerp ter sprake dat je interesseert.
- Interrogative
Kun je mij een boek aanbevelen dat spannend is?