Toen
Adverbtoen, op dat moment in het verleden
(verwijzen naar een specifiek moment in het verleden)
Toen ik klein was, speelde ik vaak buiten.
Ze was blij toen ze het nieuws hoorde.
- Complex
Toen we jonger waren, hadden we veel meer vrijheid, wat ons altijd gelukkig maakte.
- Past Tense
Ze bezocht haar oude school in het verleden.
- Imperative
Vergeet niet je verleden te respecteren.
- Context & Scenario
Op het feest in het verleden ontmoette ik veel oude vrienden.
- Idiomatic
Die fout uit het verleden wil ik niet nog eens maken.
- Simple
Het was een mooie dag in het verleden.
- Present Tense
Hij woont nu in Amsterdam, maar zijn verleden ligt in Rotterdam.
- Declarative
Het verleden beïnvloedt wie we nu zijn.
- Context & Scenario
Ik waardeer veel lessen die ik in het verleden heb geleerd.
- Synonym
Het verleden, ook wel de geschiedenis genoemd, speelt een grote rol in ons leven.
- Idiomatic
We moeten het verleden niet vergeten, want het maakt ons wie we zijn.
- Compound
Ik herinner me de vakantie, en die was in het verleden.
- Future Tense
In de toekomst zullen we over ons verleden praten.
- Interrogative
Wat herinner je je nog van je verleden?
- Context & Scenario
Tijdens geschiedenislessen leren we over het verleden van Nederland.
- Related Word
De herinneringen uit mijn kindertijd zijn een belangrijk deel van mijn verleden.
op het moment dat
(gebeurtenissen die tegelijkertijd plaatsvinden)
Toen ik de deur opende, zag ik dat het regende.
Het begon te sneeuwen toen we in de auto stapten.
- Complex
Gelijktijdig met het evenement, dat al maanden werd gepland, arriveerden er ook veel bezoekers.
- Future Tense
We zullen gelijktijdig vertrekken om verkeersdrukte te vermijden.
- Imperative
Stap gelijktijdig de bus in met je vrienden!
- Context & Scenario
De studenten werkten gelijktijdig aan hun projecten in de klas.
- Simple
De trein vertrok gelijktijdig met de bus.
- Present Tense
Ik eet gelijktijdig met mijn familie.
- Interrogative
Vertrekken we gelijktijdig met de anderen?
- Context & Scenario
Tijdens het feest arriveerden de gasten gelijktijdig.
- Compound
De zon begon te schijnen, gelijktijdig met de opening van de markt.
- Past Tense
Wij aten gelijktijdig, maar ik moest nog koken.
- Declarative
Gelijktijdig met de vergadering zijn er ook andere activiteiten.
- Context & Scenario
We komen gelijktijdig thuis na school.
- Synonym
De gebeurtenissen vonden tegelijkertijd plaats, zoals in een chaotische film.
aanwijzing naar een bepaalde tijdsperiode
(verwijzing naar een eerdere tijd)
Er was veel steun toen hij de politiek inging.
Toen de economie daalde, moesten veel bedrijven sluiten.
- Complex
De tijd, die voorbijgaat zonder ons te vragen, is kostbaar.
- Past Tense
Vorig jaar was er een tijd van onzekerheid in de markt.
- Imperative
Kijk niet naar de tijd, maar werk door!
- Context & Scenario
In de zomer organiseren we een tijd voor vrienden en familie.
- Related Word
Het was een uitdagende tijd waarin mensen samenkwamen.
- Compound
De tijd is veranderd, maar de herinneringen blijven.
- Present Tense
Ik voel me goed in deze tijd van mijn leven.
- Declarative
De tijd moet ons leren om geduldig te zijn.
- Context & Scenario
In de geschiedenis leren we over belangrijke tijdsperiodes.
- Idiomatic
De tijd vliegt als je plezier hebt.
- Simple
De tijd waarin we nu leven is uitdagend.
- Future Tense
In de toekomst zal er een tijd zijn waarin alles beter wordt.
- Interrogative
Is het een goede tijd om te beginnen met studeren?
- Context & Scenario
Tijdens deze tijd van pandemie moeten we voorzichtig zijn.
- Synonym
Deze periode staat ook bekend als de gouden tijd.